Gewapende milities M-Oosten steeds beter georganiseerde legers
RD-correspondent Martin Janssen levert wekelijks commentaar op actuele gebeurtenissenin het Midden-Oosten. Vandaag: gewapende milities hebben in Syrië en Irak veel oorlogservaring opgedaan.
Al maandenlang wordt er zwaar gevochten om de Syrische stad al-Bab, tussen Aleppo en de Turkse grens. Al-Bab is in handen van Islamitische Staat (IS) en Turkije wil deze stad veroveren als onderdeel van zijn militaire operatie ”Schild van de Eufraat”. Om dit te bereiken had Turkije een grote, door hem getrainde en bewapende alliantie samengesteld van Syrische rebellen. Die stond echter machteloos tegenover IS. In december zag Turkije zich daarom genoodzaakt 2000 Turkse militairen naar al-Bab te sturen, die echter tot op heden vooral zware verliezen leden.
IS in al-Bab blijkt goed en modern bewapend en zijn strategie is een combinatie van guerrillatactieken en manoeuvres van een regulier leger. Er wordt momenteel veel gediscussieerd over de vraag hoe de Levant eruit zal zien in een post-IS-tijdperk. De ontwikkelingen bij al-Bab wijzen daarbij op een onderbelicht fenomeen. Het feit namelijk dat veel gewapende groeperingen in het Midden-Oosten als gevolg van de jarenlange oorlogen in Syrië en Irak steeds meer op gewone legers beginnen te lijken.
Een van de oudste guerrillabewegingen in het Midden-Oosten is de Koerdische PKK. Die was nooit werkelijk een partij voor het goed uitgeruste Turkse leger. Inmiddels is de PKK echter veel beter uitgerust. De Turkse journalist Metin Gurcan schreef onlangs dat dit de Turkse regering grote zorgen baart.
Zorgen die worden gedeeld door Israël, dat een gelijke ontwikkeling heeft waargenomen bij de Libanese Hezbollah. Toen Hezbollah in 2012 besloot in Syrië mee te gaan vechten aan de zijde van het Syrische leger hoopten velen dat dit het begin van het einde van Hezbollah zou zijn. Verwacht werd dat Hezbollah in de Syrische uitputtingsoorlog zou doodbloeden. Vijf jaar later blijkt Hezbollah echter sterker dan ooit.
In Syrië heeft Hezbollah veel profijt gehad van directe samenwerking met het Russische leger. Commandanten van Hezbollah hebben in Damascus van dichtbij kunnen zien hoe Russische generaals een oorlog plannen.
Hetzelfde geldt voor de Koerdische PKK, die via haar Syrische zusterorganisatie YPG profiteerde van het Amerikaanse leger. Washington traint en bewapent de YPG in oostelijk Syrië omdat ze als uiterst effectief wordt beschouwd in de strijd tegen Islamitische Staat.
In Libanon, Syrië en Irak zijn de nationale legers afhankelijk geworden van gewapende milities. Het Libanese leger coördineert zijn activiteiten openlijk met Hezbollah. Niemand twijfelt eraan dat het Syrische leger nauwelijks kan presteren zonder de hulp van sjiitische milities. Dat geldt ook voor buurland Irak.
Al deze milities en guerrillabewegingen hebben de afgelopen jaren in Irak en Syrië een ongekende oorlogservaring opgedaan. Hoe de post-IS-periode eruit zal gaan zien weet nog niemand. Zeker is de blijvende aanwezigheid van deze goedgetrainde milities. Dat betekent dat een eventuele vrede in het Midden-Oosten waarschijnlijk van korte duur zal zijn.