Dr. P. L. Voorberg, synodepreses op hoop van zegen
Als synodepreses vormde dr. P. L. Voorberg drie jaar lang het visitekaartje van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Het voorzitten van de vergaderingen en alle werkzaamheden daaromheen duurden korter, zo’n anderhalf jaar. Vrijdagavond zet de Emmeloordse predikant definitief een punt achter de periode dat hij voorzitter was. Hij leidt dan in Meppel de bidstond voor de volgende synode, die zaterdag wordt geopend.
Een zware klus. Zo omschrijft dr. Voorberg het voorzitten van de breedste kerkvergadering van de GKV. In de Ontmoetingskerk in Ede kwam de kerkvergadering meer dan tien vergaderdagen bijeen. Bovendien was er vooraf een instructiebijeenkomst voor afgevaardigden en was er een overleg met bezwaarde kerkleden, die zich onder meer zorgen maakten over de manier waarop de synode zou omgaan met een rapport dat ruimte vroeg voor het toelaten van vrouwen in de kerkelijke ambten.
Wat het leiden van de vergaderingen zo zwaar maakte is niet alleen dat hij goed thuis wilde zijn in alle onderwerpen die ter tafel kwamen, legt dr. Voorberg uit. „Dat kostte natuurlijk ook tijd. Maar het bleek op sommige momenten ook moeilijk om de eenheid te bewaren. In 90 procent van de vergaderingen ging het goed. Op de momenten dat het mis leek te gaan, heb ik geprobeerd via een persoonlijke interventie tijdens de vergadering of daarbuiten, of met behulp van andere afgevaardigden, sommige mensen weer te bewegen tot een constructieve houding.”
Dat neemt niet weg dat de synode volgens de preses „over het algemeen in goede harmonie verliep. Dat kwam denk ik mede doordat de vergadering heeft geprobeerd om maximaal aandacht te hebben voor de 1500 bezwaarden die een appel hadden ingediend. Ook namen we in aparte sessies ruimte om als synodeleden Gods hulp te vragen en te bidden om Zijn leiding. We hadden evengoed de formele weg kunnen bewandelen. Dan was het appel niet-ontvankelijk verklaard. Het was voor mij bitter dat een van de betrokkenen bij het appel, prof. dr. J. Douma, desalniettemin nog tijdens de vergaderperiode van de synode zijn lidmaatschap van de GKV opzegde.”
Lag het aan de onderwerpen op de agenda of aan het kerkelijk klimaat dat het debat op de synode soms scherp was?
„Misschien speelden die beide factoren mee. Soms had het ook te maken met de opstelling van afgevaardigden. Tegelijkertijd zeg ik erbij dat we een paar ingewikkelde dingen op de agenda hadden staan. De kwestie van de vrouw in het ambt was er één van, maar ook iets als de komst van het Praktijkcentrum voor gemeenteopbouw, waarvoor de kerken toch maar de knip moeten trekken. En denk ook aan de ongekende hoeveelheid wisselingen van hoogleraren en docenten aan de Theologische Universiteit in Kampen die aan de orde kwam.
Ook de nieuwe kerkorde en het nieuwe ondertekeningsformulier kenden voetangels en klemmen. De deputaten kerkorde hebben echter een geweldig stuk werk geleverd. De formulering van het nieuwe ondertekeningsformulier slaagt erin om de binding aan Gods Woord, de belijdenis en onderlinge afspraken met vernieuwende kracht een plaats te geven in het kerkelijke leven. En dat in een tijd van individualisering en agressieve vrijzinnigheid. Ik denk dat we daarom kunnen concluderen dat we er onder Gods zegen toch samen uitgekomen zijn.”
Aan het begin van de synode gaf u in het Nederlands Dagblad aan ruimte te zien voor vrouwen op de kansel. De vergadering nam u dat niet in dank af.
„Dat was onhandig. Ik had niet in de gaten dat ik de commissie die dit onderwerp voorbereidde voor de voeten liep. Vanaf dat ik predikant werd in 1981 heb ik jarenlang verkondigd dat ik van mening was dat vrouwen niet mochten preken. Vanaf 2005 ben ik tot andere inzichten gekomen. Ik vond het wel zo eerlijk om dat dan ook publiekelijk uit te spreken. Mijn hoop was ook dat dit anderen stimuleerde om na te denken over de vraag of het echt een ketterij is om te vinden dat een vrouw mag preken.”
Hoe kijkt u terug op de discussie over de vrouw in het ambt?
„Gegeven de omstandigheden is die denk ik goed verlopen. Doordat assessor K. Wezeman de vergadering bij dit onderwerp leidde, kon ik een inhoudelijke bijdrage leveren aan de discussie. Ik ben blij dat de onderbouwing van het rapport dat er lag, dat op basis van de hermeneutiek ruimte vroeg voor de vrouw in het ambt, is afgewezen. De synode die zaterdag van start gaat buigt zich echter over een rapport dat zegt dat je ook op basis van exegese van wat de Bijbelse zegt, ruimte kunt vragen voor de vrouw in het ambt.”
Is het niet vreemd dat er in de GKV jarenlang geen ruimte werd gezien voor de vrouw in het ambt en nu wel?
„Het ligt in onze kerkelijke traditie om te blijven exegetiseren. Het rapport dat er nu ligt, kiest voor die weg. Ik heb de indruk dat de conclusies soms steviger zijn dan de onderbouwing ervan. Daar moet de vergadering dus goed over nadenken. Maar ik verwacht dat deze synode de hobbel zal nemen om de ambten te openen voor vrouwen.”
Gaat er dan niet meer schuiven? Denk aan de plaats van samenlevende homoparen in de kerk. Van deze synode wordt een uitspraak gevraagd over onder meer de toelating van deze mensen.
„Over de vrouw in het ambt of de positie van homo’s in de kerk staat niets in de belijdenisgeschriften. Dus komt het voor de synode aan op het nemen van een beleidsbeslissing. Daarbij is eerlijk, rustig Bijbellezen belangrijk. Een verandering van inzicht moet je nooit uitsluiten. Sta open voor de wegen die God je kan wijzen, zou ik de afgevaardigden willen meegeven.
De synodes van 2008 en 2011 concludeerden dat homoseksueel geslachtsverkeer in strijd is met Gods geboden. Nu wordt er een generalesynodale-uitspraak gevraagd over onder meer de toelating van homoparen als lid en aan het avondmaal. De vraag is of de synode zich daarover moet uitspreken. Je kunt zoiets op landelijk niveau dichttimmeren, maar als plaatselijke gemeenten ermee sjoemelen, eroderen onderlinge afspraken. Dat blijkt nu al bij het toelaten van vrouwen in de ambten. Enkele gemeenten zetten stappen terwijl we er landelijk nog niet uit zijn.
Het zou een trendbreuk zijn als de toelating van homoparen wordt overgelaten aan de plaatselijke gemeenten. Maar de omgang met ethische vragen vereist soms plaatselijk maatwerk.”
De vorige synode zette een stap naar hereniging met de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), die vijftig jaar geleden ontstonden uit een scheuring in de GKV. Had u van tevoren gedacht dat het zo ver zou komen?
„Vooraf niet. Maar tijdens de synode bleek een bepaald momentum te ontstaan. De gesprekken tussen GKV en NGK lopen al lang. Als we geen stap voorwaarts hadden gezet, was de verhouding meer de kant opgegaan van het verbreken van de contacten. Daarvan zei iedereen: Dat kan niet. Daarom kozen we voor een stap voorwaarts. Op hoop van zegen.
Inhoudelijk was er een basis om daartoe over te gaan. Er zijn afspraken gemaakt tussen GKV en NGK over de omgang met de hermeneutiek, de wijze waarop Bijbelse gegevens in deze tijd worden uitgelegd. Dat heeft velen over de streep getrokken. Er zijn in de praktijk nog verschillen tussen GKV en NGK, maar daar moeten we uit kunnen komen.”
In beide kerken klinken soms geluiden die bij een deel van de achterban de wenkbrauwen doen fronsen. Denk aan het relativeren van het belang om op zondag in de kerk te zijn.
„Ik heb er moeite mee dat er predikanten zijn die de noodzaak van de zondagse eredienst relativeren. In beide kerken zijn loslopende theologen die dingen zeggen die tekortdoen aan de Schrift. Verschillen van opvatting zijn er altijd. Bij Paulus in Korinthe waren er mensen die niet geloofden in de opstanding van de doden. Maar laten we vooral in gesprek gaan. Dat wordt helaas steeds lastiger, doordat we in een tijd leven waarin ieder zijn eigen medium heeft. Via websites of sociale media worden soms onrijpe standpunten uitgedragen.”
Is discussie in de kerk een gegeven?
„K. Schilder, de voorman van de Vrijmaking in 1944, zei al: Wie niet polemiseert, is niet bekeerd. Het past bij onze kerkelijke cultuur dat we elkaar soms uitdagen. Anderzijds is het van belang dat degene die zich in een discussie mengt, zich afvraagt of hij de kerk dient met zijn standpunten en met de manier waarop ze worden uitgedragen. Iemand zei eens: Het zou beter zijn dat theologen weer in het Latijn discussieerden. Dat zou minder onrust opleveren.”
Is het klimaat in de GKV veranderd tussen de vorige synode en nu?
„Ik denk dat de tijd meer rijp is voor vrouwelijke ambtsdragers. In de kerken is daarover ook op plaatselijk niveau goed nagedacht. De meerderheid van de leden is naar mijn inschatting positief gaan denken over nauwere contacten met de Nederlands gereformeerden. Een ander deel is beducht dat de GKV afglijden naar vrijzinnigheid en vraagt zich af of we nog grenzen durven trekken. Maar ik geloof dat er in de kerken alle ruimte is voor een prediking vanuit de Schrift, die recht doet aan wat we belijden. Zolang dat het geval is heb je als leden een roeping en een taak in de kerk.”
Dr. P. L. Voorberg
Dr. Paul Voorberg (1954) is predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Emmeloord. Hij werd op 1 februari 2014 gekozen tot preses van de generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) in Ede. Deze kerkvergadering kwam op 13 juni 2015 voor het laatst bijeen. Sinds zijn taak als synodevoorzitter erop zit, is dr. Voorberg nog woordvoerder namens de GKV en vertegenwoordigt hij de kerken bij officiële gelegenheden, zoals vorige week bij de nieuwjaarsreceptie van koning Willem-Alexander. Dr. Voorberg is sinds 1994 predikant in Emmeloord. Daarvoor stond hij in Waardhuizen (Noord-Brabant) en in Rouveen. In 2007 promoveerde dr. Voorberg aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen op de dissertatie ”Doop en kerk”, over de erkenning door kerkgenootschappen van een elders bediende doop.