Hoe de Poolse regering alles wil beheersen
In Polen heeft een kleine elite overal zijn tentakels. Een interne strijd op de universiteit van Warschau is daar een illustratie van. Er leeft een angstcultuur om afgestraft te worden vanwege kritiek.
Het leek de bestorming van de Bastille, toen Poolse demonstranten vrijdag regeringsleiders in het parlementsgebouw insloten. De parlementariërs zaten als ratten in de val. Met fors geweld greep de politie om vier uur ’s nachts in. Demonstranten zijn het hele weekend blijven protesteren tegen nieuwe besluiten van de Poolse regering.
Ondertussen nadert de grootste crisis van het land een hoogtepunt, nu de hoogste rechter, Andrzej Rzeplinski, maandag afzwaaide. Hij beëindigde zijn termijn als voorzitter van het constitutioneel hof om vermoedelijk plaats te maken voor een regeringsgezinde opvolger. Zo kan de regeringspartij Recht en Rechtvaardigheidpartij (PiS) de werking van het orgaan nog beter frustreren.
Het begon met de weigering van president Andrzej Duda om drie rechters te beëdigen. Vervolgens maakte een geraffineerde lapjedeken aan maatregelen het hof vleugellam. „Ze hebben het heel kundig gespeeld”, zegt Jakub Urbanik, hoofd van het Instituut voor Rechtsgeschiedenis aan de universiteit van Warschau. Hij vindt dat zijn universiteit stelling moet nemen in het publieke debat. „De belangrijkste democratische principes worden bedreigd. We hebben de verplichting om te zeggen: Dit is fout.”
Verdeeldheid
Zijn voorstel resulteerde in een flinke rel. Urbanik was een van de bedenkers van drie publieke statements die de universiteit heeft uitgestuurd. Vorige week nog, in een officiële resolutie, veroordeelde het de „schending van de grondwettelijke orde van de Poolse staat.”
De regering reageerde woedend: het was „rebellie” en een „duidelijke schending van de academische standaarden.” Ook binnen de universiteit was er geen unanieme steun voor het plan. In een parlement van hoogleraren en studenten stemden 50 mensen voor, 25 tegen en niet minder dan 29 blanco.
De verdeeldheid heeft deels te maken met een existentiële vraag –wat is de taak van een universiteit?– maar nog meer met belangenverstrengeling. Vrijwel alle hoogleraren bekleden hoge functies in het parlement, de rechtspraak of het bedrijfsleven. Sommigen doen dat in regeringsgezinde sferen, anderen juist in het kamp van de oppositie.
„We hebben een Europarlementariër, een onderminister, de president van de Hoge Raad, twee voormalige rechters van het constitutioneel hof en drie huidige rechters”, somt Urbanik op. „Hier zitten allemaal beleidsmakers, mensen die achter de schermen aan de touwtjes trekken. Die hebben overal tentakels.”
Het ideologische schisma laat zijn sporen na. De hoge heren keuvelen met elkaar op bedrijfsfeestjes, maar die vriendschappelijkheid blijkt schijn. „De sfeer heeft bizarre vormen aangenomen”, zegt Urbanik.
Ook onder studenten is de sfeer apart. Ze praten weinig over politiek. „Als je dat wel doet, zet je persoonlijke relaties op het spel”, legt een van hen uit. „Natuurlijk laten sommige mensen van zich horen, maar de meerderheid houdt zich koest.” Dat laatste is ook een voorwaarde voor carrièreperspectief. Wie niet onder aan de ladder wil bungelen, moet kleur bekennen en zich achter de regering scharen.
Urbanik kan moeilijk begrip opbrengen voor de apathie. Het kostte hem de grootste moeite om handtekeningen op de campus te verzamelen. Een persoonlijke vriend van hem weigerde te tekenen, omdat zijn advocatenbureau staatsbedrijven als klant heeft. „Hij wilde die belangen niet op het spel zetten. Ik werd er ziek van”, zegt Urbanik. „Het ontbreekt velen aan moed. Je zou van advocaten, rijke mensen, anders verwachten.”
Urbanik ziet het als onderdeel van een patroon. Zo willen sommigen zich niet uitspreken omdat het ministerie de financiën van de universiteit zou kunnen korten. „Steeds meer mensen gaan met de stroom mee, ze accommoderen. Dat is het vuile eraan.”
Corstens: Mijn hoop is weg
Geert Corstens, voormalig president van de Hoge Raad, was vier weken gasthoogleraar aan de universiteit van Warschau. Hij vertrekt vandaag.
„Als de Hoge Raad zegt: Nederland is aansprakelijk voor Srebrenica, dan zegt Rutte: Oké, dan gaan we ermee aan de slag, al ben ik het er niet mee eens. Maar de Poolse regering weigert voor haar nadelige vonnissen uit te voeren. Ik verwacht dat het nog erger worden. Het hof zal vanaf volgend jaar overheerst worden door regeringsgezinde kandidaten.
Omdat één partij de meerderheid heeft in zowel parlement als Senaat blijft er bijzonder weinig controle over. Dit is het einde van een evenwicht tussen de machten. Ik had de hoop dat de regering wel zou bijdraaien als de Europese Commissie stevig zou optreden. Maar die hoop is weg.”