„Minder mensen met arbeidsbeperking aan het werk dan gemeld”
Het aantal mensen met een arbeidsbeperking die via de zogenoemde banenafspraak aan werk zijn geholpen, is minder hoog dan dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) eerder meldde.
In plaats van de 53.000 banen waar het ministerie mee schermde is in werkelijkheid voor 12.000 mensen werk gevonden, meldde brancheorganisatie van sociale werkbedrijven Cedris op basis van berekeningen van onderzoekbureau Capeladvies.
In 2013 kwamen de overheid, vakbonden en werkgevers overeen dat er tegen 2025 zeker 125.000 banen gerealiseerd zouden worden voor mensen met een beperking. De teller zou eind 2019 dus op 53.000 staan.
Volgens Capeladvies zorgen wijzigingen in definities en verruiming van criteria deels voor het verschil. Vanuit goede bedoelingen is in de afgelopen jaren de doelgroep die in aanmerking komt voor de banenafspraak verbreed, zo klinkt het. Meer werkgevers en werknemers hebben daardoor toegang gekregen tot ondersteuning, waardoor een deel van de doelgroep gemakkelijker een baan vond. Dat staat volgens de onderzoekers niet gelijk aan het creëren van extra werkgelegenheid.
Zo worden 10.000 banen toegerekend aan werkende Wajongers, terwijl deze Wajongers al aan het werk waren. 11.000 leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs of het praktijkonderwijs werden meegeteld in de berekening, terwijl die voorheen zonder banenafspraak regulier aan het werk zouden zijn gekomen. Verder reppen de onderzoekers van 10.000 gedetacheerde werknemers van sociale werkplaatsen die als extra banen meetellen voor de banenafspraak, terwijl er van extra werkgelegenheid geen sprake is.
Volgens Cedris blijft de banenafspraak nodig, mede voor de noodzakelijke aandacht voor de arbeidsmarktpositie van mensen met een beperking. De cijfers uit het onderzoek maken volgens de organisatie wel duidelijk dat er aanvullende maatregelen nodig zijn.
Werkgeversorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW menen dat het rapport geen accuraat beeld schetst van de beweging die „wel degelijk” op gang is gebracht. Daarnaast staan in het onderzoek „diverse onjuistheden”. Zo zou detacheringen vanuit de sociale werkvoorziening uit de cijfers zijn gefilterd, terwijl het in de praktijk wel degelijk om extra banen voor mensen met een beperking bij werkgevers gaat. Ook bij de schoolverlaters uit het praktijkonderwijs zouden de onderzoekers de plank mis hebben geslagen.