Verdwijning beul van Kamp Amersfoort bleef mysterie
Een heer. Vriendelijk en correct. Een wreedaard, dat ook. Hij was de eerste commandant van Kamp Amersfoort. Toen de oorlog ten einde liep, verdween hij spoorloos.
Walter Heinrich was een 31-jarige luitenant toen hij de leiding van het doorgangskamp in Leusden kreeg. Hij voerde er een schrikbewind, liet zware mishandelingen toe en nam deel aan de op één na grootste executie in Nederland. Hij ontglipte aan justitie en is nooit veroordeeld.
Drs. Floris van Dijk, onderzoeker van Kamp Amersfoort, ondernam een speurtocht door binnen- en buitenlandse archieven om meer te weten te komen over deze oorlogsmisdadiger, over wie „tot op heden niets bekend was.” Dat leverde een vondst op: Heinrichs SS-dossier. Het leidde ertoe dat Nationaal Monument Kamp Amersfoort vrijdag met een speciale editie van het blad In Beeld kwam.
Gentleman
Walter Heinrich, zoon van een treinmachinist, kwam uit Silezië, uit een dorp dat tijdens zijn jeugd bij Polen werd gevoegd. Hij verhuisde naar Duitsland. In maart 1933 werd hij lid van de nationaalsocialistische partij NSDAP en van de SS. In januari 1939 trad hij in dienst bij de Gestapo, de gevreesde Duitse politie.
Hij trouwde in 1937 met een typiste. „Tezamen verlieten zij de evangelische kerk, maar bleven wel gelovig”, schrijft Van Dijk. Naast zijn vrouw had Heinrich „in elk geval één vriendin.”
Vanaf augustus 1941 was hij commandant van Kamp Amersfoort. Hij was een man met twee gezichten. Terwijl sommige bewakers brute barbaren bleken, deed Heinrich zich voor als gentleman. Hij gaf gevangenen complimentjes voor hun werk. Toen de socialistische senator Wiardi Beckman –als verzetsstrijder opgepakt toen hij naar Engeland wilde uitwijken– eens hard tegen hem inging, hielden andere gevangenen hun hart vast. Er volgde echter geen executie of andere straf. Hetzelfde gebeurde toen Heinrich in een toespraak zei dat Joden en Jehovah’s Getuigen „zich voortplanten als homoseksuelen” en een gevangene niet kon nalaten te zeggen dat homo’s zich gewoonlijk niet voortplanten. Heinrich liet het over zijn kant gaan.
Moordpartijen
Anderzijds was hij verantwoordelijk voor het buitensporige geweld tegen onder anderen verzetsstrijders, communisten en 2500 Joden. Heinrich was nogal eens afwezig, maar bij bezoek van hogere officieren was hij er wel, met zijn honden. Dan wilde hij wel even een demonstratie geven waarbij Joden moesten hardlopen en zich laten neervallen.
De kampcommandant nam hoogstpersoonlijk deel aan de executie van 77 Sovjet-krijgsgevangenen op 9 april 1942. Aan de rand van een kuil kregen ze een nekschot. Die moordpartij was in strijd met het oorlogsrecht, maar daar had deze Duitser geen boodschap aan. Vier dagen later werden op Heinrichs bevel zeven communisten doodgeschoten, onder wie het Amsterdamse raadslid en oud-Tweede Kamerlid Henk Sneevliet.
Verdwenen
Ruim anderhalf jaar leidde Heinrich het kamp in de bossen bij Amersfoort. Vanaf maart 1943 was hij inspecteur van concentratiekampen op Nederlandse bodem, als staflid van Sicherheitsdienst en Sicherheitspolizei. In die hoedanigheid kwam hij regelmatig in Amersfoort terug.
In februari 1945 was hij opeens weg. Onderzoeker Van Dijk vat het in twee zinnen samen: „Deze oorlogsmisdadiger, antisemiet, voormalig kunstschaatser, hondenliefhebber, feestganger, schuinsmarcheerder en lijdend aan een knipperend oog als zenuwtic, verdween begin 1945 op mysterieuze wijze. Bij zijn naoorlogse opsporing en uitleveringsverzoeken lijken onjuiste persoonsgegevens te zijn gehanteerd.”
Hij kan in Duitsland gesneuveld zijn, of hij week –net als vele andere nazi’s– uit naar Zuid-Amerika. Het is niet bekend. Van Dijks onderzoek leverde veel gegevens op, maar heeft een open einde: „Een zoektocht wijst uit dat tientallen mannen met de naam ”Walter Heinrich” wereldwijd opduiken in oorlogsgraven, (Braziliaanse) gewone graven, vermistendatabases, krantenberichten, Amerikaanse en Canadese immigratieformulieren en zelfs Russische rechterlijke vonnissen van veroordeelde nazi’s. Maar geen van deze mannen is onder die naam te identificeren als de commandant van Kamp Amersfoort, die op 35-jarige leeftijd uit Nederland verdween.”