Het is mogelijk dat de briefstemmen wel zijn bezorgd bij de verkiezingsbureaus waar de stemmen worden geteld, maar dat USPS-medewerkers in alle haast hebben nagelaten de briefstemmen te scannen voordat die uit de sorteercentra werden opgehaald, zei de vertegenwoordiger van de USPS tegen de rechtbank.

De rechter had de evaluatie van de USPS-verwerkingsdata gelast. Uit die evaluatie bleek onder meer dat naar schatting 150.000 briefstemmen op 4 november werden bezorgd bij de verkiezingsbureaus, één dag na de verkiezingen en mogelijk te laat om te worden geteld in sommige staten.

Uit de data kon niet worden afgeleid wanneer de briefstemmen door kiezers op de bus waren gedaan. Dat houdt in dat de briefstemmen in kwestie ook te laat kunnen zijn verzonden om op tijd aan te komen. Uit de data kon ook niet worden afgeleid hoeveel van de op 4 november bezorgde poststemmen uiteindelijk zijn meegeteld.