„Kerk moet welzijnswerk ouderen oppakken”
Het zal niet makkelijk zijn, maar plaatselijke kerken en afdelingen van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) kunnen het Nunspeetse voorbeeld zo oppakken: christelijk geïnspireerd welzijnswerk voor ouderen. „Het verbaast me dat je kunt kiezen naar welke school of wat voor soort verzorgingshuis je gaat, maar als het gaat om welzijnswerk voor ouderen, behoort er volgens de politiek in elke plaats maar één algemene stichting hiervoor te zijn.”
Een rare zaak, vindt directeur John Hoving van de Stichting Protestants Christelijk Ouderenwerk Het Venster in Nunspeet. Met een dankdienst waarin de plaatselijke christelijke gereformeerde predikant H. H. Klomp voorgaat en de Verenigde Veluwse Koren zingen, herdenkt de stichting vanavond dat zij 25 jaar geleden ontstond.
In 1979 bestond er al algemeen ”bejaardenwerk” in Nunspeet. De daarin participerende hervormde gemeente en christelijke gereformeerde kerk hadden echter steeds meer moeite met de activiteiten, zoals volksdansen. „Terwijl Nunspeet toentertijd voor 95 procent christelijk was”, stelt Hoving.
Dat de algemene stichting adviseerde een algemeen verzorgingshuis in Nunspeet te vestigen, deed de deur dicht. Beide kerken trokken hun vertegenwoordigers terug uit het bestuur en richtten samen met de gereformeerde gemeente de Stichting Protestants Christelijk Bejaardenwerk op. Een opmerkelijke ontwikkeling in de tijd dat verzuilde welzijns- en zorgorganisaties juist begonnen af te brokkelen. In 1991 haakten ook de hervormde en de gereformeerde gemeenten (in Nederland) uit Elspeet aan, evenals later de Nunspeter gereformeerde kerk vrijgemaakt.
Het Venster begon klein, maar groeide uit tot een forse organisatie. Vanuit een modern eigen gebouw aan de Elburgerweg verlenen anno 2004 drie maatschappelijk werkers, een aantal dienstverleners en 300 vrijwilligers hulp aan naar schatting zeker 1000 ouderen. Jaarlijks komen er ruim 12.000 hulpvragen de stichting binnen. Het merendeel betreft vragen om praktische hulp, zoals voor het doen van boodschappen.
Het palet van ouderenwelzijnswerk is echter geschakeerd. Hoving somt de activiteiten op die onder andere in zorgcentrum Oranjehof in Elspeet en in het dienstencentrum in Nunspeet hun beslag krijgen. „Drie keer per week hebben we hier een open maaltijd, waar ouderen elkaar ontmoeten. Daarnaast organiseren we activiteiten zoals dammen, houtsnijden en -gutsen, bloemschikken en schilderen en geven we dia- of videovoorstellingen.”
Elk jaar komen er wel twee of drie activiteiten bij, vertelt Hoving. Een belangrijke is het project sociale netwerkondersteuning. „Als ouderen eenzaam worden en we krijgen daar een tip over, bijvoorbeeld vanuit de kerken of de NPV, dan sturen we een maatschappelijk werker. Die probeert dan een sociaal netwerk om zo’n oudere te vormen, zodat er weer vijf of zes mensen zijn die zich met zo iemand bezighouden.”
Nelie van den Bosch is maatschappelijk werkster bij Het Venster. „Ik coördineer het werk van de vrijwillige coördinatoren, die op hun beurt de andere vrijwilligers aansturen. Ook help ik ouderen bij het invullen van formulieren. Daarnaast leid ik met mijn collega’s gespreksgroepen voor mantelzorgers en over rouwbegeleiding bij het verlies van de partner. We helpen ouderen ook individueel bij het verwerken van het verlies van gezondheid en mobiliteit.”
De vrijwilligers zijn belangrijk voor de welzijnsorganisatie, constateert Van den Bosch. „Onze vrijwilligers zijn vaak zelf ook ouderen, in de leeftijd tot 75 jaar. Zij zoeken vaak zingevende taken in hun leven. Bovendien weten ze ons te vinden als ze later zelf hulpbehoevend worden.” Hoving noemt het voorbeeld van J. E. de Langen, die jarenlang bestuurslid was en nu in het gebouw van Het Venster schaakwedstrijden organiseert. „Onze midwinterweek in februari sluiten we af met een snelschaakwedstrijdje.”
Hoving denkt dat andere plaatsen met een sterke christelijke cultuur dit „unieke” model van het protestants-christelijke ouderenwelzijnswerk in Nunspeet kunnen overnemen. „Dat is een goed idee. Het zal niet makkelijk zijn. Maar ik denk dat het past in de ontwikkeling van de afzwakking van de AWBZ-zorg van de landelijke overheid en de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2006 of 2007. Die legt de verantwoordelijkheid veel sterker bij het zelfdoen, het particulier initiatief dus.”
Kerken en plaatselijke afdelingen van de NPV zouden moeten samenwerken om eigen ouderenwelzijnswerk op te richten, vindt Hoving. De tijd lijkt er rijp voor. Van den Bosch: „Ik woon in Veenendaal. Ik weet dat veel ouderen daar nooit naar activiteiten van het algemene welzijnswerk toegaan, gewoon omdat ze zich er niet thuis voelen. Dat is jammer, want dit werk geeft hun juist veel sociale contacten.”