Posterijen VS moeten van rechter achtergebleven stemmen bezorgen
Een Amerikaanse rechter heeft woensdag van het staatspostbedrijf US Postal Service (USPS) geëist dat het alle achtergebleven briefstemmen bezorgt aan de stemmentellers. De rechter wil ook dat de door president Trump benoemde USPS-topman Louis DeJoy onder ede getuigt over de redenen waarom USPS dinsdag een gerechtelijk bevel naast zich neerlegde om voor 15.00 uur ’s middags locaties door te spitten voor achtergebleven briefstemmen.
„De prangende vraag is: waar zijn de stemmen en hoe krijgen we ze bezorgd zodat ze geteld kunnen worden?”, zei rechter Emmet Sullivan aan het einde van de hoorzitting, waarin een USPS-functionaris vragen beantwoordde over de bezorging van briefstemmen.
Sullivan gaf de USPS tot donderdagochtend om te berekenen en aan de rechter te melden hoeveel briefstemmen niet uiterlijk op verkiezingsdag konden worden bezorgd. „Ik wil focussen op alles wat in die postsorteercentra ligt, en het versturen van die stembiljetten zodat ze geteld kunnen worden”, aldus de rechter.
Vele staten laten briefstemmen meetellen die binnenkomen tot een week na verkiezingsdag, zolang die op verkiezingsdag zijn afgestempeld. In de cruciale swing states worden nog altijd stemmen geteld. De USPS meldde woensdag dat het alsnog de door de rechter bevolen controle op achtergebleven briefstembiljetten had afgerond, en dat die slechts 13 stembiljetten had opgeleverd, allemaal in Pennsylvania.
Vertragingen in de postbezorging hebben waarschijnlijk tot gevolg dat duizenden tijdig uitgebrachte, geldige stemmen niet worden meegeteld in staten waar geen of weinig extra tijd is gegeven voor het tellen van briefstemmen. Het recentste gerechtelijk bevel komt nadat het campagneteam van president Trump in meerdere staten rechtszaken heeft aangespannen om laat bezorgde stemmen ongeldig te laten verklaren.
Rechter Sullivan had de controle bevolen in de uitspraak in een rechtszaak die was aangespannen door burgerrechtenorganisaties waaronder Vote Forward, de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), en kopstukken uit de Spaanstalige gemeenschappen. De USPS had gesteld dat zij niet kon voldoen aan de deadline die de rechter had gesteld omdat dan de werkprocessen van het postbedrijf te zeer vestoord zouden worden.
„De rechtbank is heel duidelijk geweest en eist volledige opvolging van het gerechtelijk bevel”, zei Sullivan. „Ik was geschokt toen ik hoorde dat er niets meer werd gedaan nadat het oordeel was uitgesproken.” Het gerechtelijk bevel omvatte USPS-sorteercentra in onder meer Pennsylvania, South Carolina, Florida, Colorado, Wisconsin, Arizona, Georgia, Michigan en Texas.