‘Inhoudelijke behandeling MH17-proces vanaf februari 2021’
De rechtbank hoopt dat de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak rond het neerhalen van vlucht MH17 vanaf februari volgend jaar kan plaatsvinden. Dat zei de voorzitter van de rechtbank dinsdag bij de hervatting van het monsterproces. Na de inhoudelijke bespreking van het dossier, krijgen de nabestaanden van de vliegramp de kans om in de rechtbank te spreken.
In dit blok van inleidende zittingen is het de beurt aan de verdediging om de onderzoekswensen toe te lichten. Volgende week zal het Openbaar Ministerie daar vermoedelijk op reageren.
Vier mannen, drie Russen en een Oekraïener, worden verdacht van betrokkenheid bij de vliegramp, waarbij alle inzittenden onder wie bijna tweehonderd Nederlanders om het leven kwamen. Alleen verdachte Oleg Poelatov laat zich vertegenwoordigen door een team van advocaten. Hij ontkent iets te maken te hebben met het neerhalen van het vliegtuig van Malaysia Airlines. De andere drie verdachten - Igor Girkin, Sergej Doebinski en Leonid Chartsjenko - hebben niets aan de rechtbank laten horen.
De advocaten van Poelatov spraken dinsdag hun twijfels uit over de mogelijkheid om begin volgend jaar de zaak al inhoudelijk te behandelen. Vanaf het begin van het proces, dat afgelopen maart begon, hebben de advocaten om meer tijd gevraagd voor het omvangrijke dossier dat tienduizenden pagina’s bevat. „Een verwachtingspatroon dat wij alle onderzoekswensen binnen een paar maanden hebben - terwijl er een dossier ligt van 40.000 pagina’s, in tijden van een wereldwijde pandemie - , is gewoon niet redelijk”, aldus advocaat Sabine ten Doesschate.
Vlucht MH17 van Malaysia Airlines vertrok op 17 juli 2014 van Amsterdam naar Kuala Lumpur. De Maleisische hoofdstad werd echter nooit bereikt, boven het oosten van Oekraïne werd de Boeing 777 uit de lucht geschoten. Alle 298 inzittenden kwamen om het leven. Een door de Nederlandse justitie geleid internationaal onderzoek leidde tot de aanklacht tegen de vier verdachten.