De presidentsverkiezing volgt na nieuwe parlementsverkiezingen die op 20 december zijn gepland. De stembusgang komt na de onrust die ontstond bij de vorige verkiezingen op 4 oktober, die met overmacht werden gewonnen door pro-regeringspartijen.

Tegenstanders van de regering vermoedden gesjoemel en gingen boos de straat op. Ze bezetten onder andere het parlements- en regeringsgebouw in de hoofdstad Bisjkek. De verkiezingsuitslag werd daarop ingetrokken maar de onrust verdween niet. President Sooronbaj Jeenbekov stapte uiteindelijk op, naar eigen zeggen om geweld te voorkomen.

De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), die onafhankelijk toezicht hield op de stemming, meldde onregelmatigheden, waaronder „geloofwaardige beschuldigingen van het kopen van stemmen”.

Kirgizië, een voormalige Sovjetrepubliek die grenst aan China en nauwe banden heeft met Rusland, heeft de afgelopen vijftien jaar twee revoluties doorgemaakt, in 2005 en 2010.