Europese sancties voor zes Russen en lab om vergiftiging Navalni
De Europese Unie straft zes Russen en een Russisch laboratorium voor hun aandeel in de vergiftiging van oppositieleider Aleksej Navalni.
Hun Europese tegoeden worden bevroren en het zestal komt de EU niet meer in, zeggen ingewijde diplomaten.
Rusland ontkent dat het iets van doen heeft met de moordaanslag op Navalni. Maar het gebruik van een novitsjok-zenuwgif, waartoe alleen Russische veiligheidsdiensten toegang hebben, kan niet buiten Rusland om zijn gegaan, aldus de EU.
Een aantal van de zes personen die sancties worden opgelegd, werkt bij de Russische veiligheidsdiensten, aldus de diplomaten. Ingewijden spraken al eerder de verwachting uit dat ze de militaire inlichtingendienst GROe zouden treffen. Het laboratorium dat wordt gestraft is het Staatsonderzoekinstituut van Organische Chemie en Technologie. Dat Moskouse instituut wordt al langer in verband gebracht met de vervaardiging van novitsjok en verwante middelen.
Navalni werd in augustus ernstig ziek tijdens een binnenlandse vlucht boven Siberië. Hij mocht uiteindelijk naar Duitsland om daar behandeld te worden. Daar stelden onder anderen experts van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) vast dat de politicus was vergiftigd met een verboden zenuwgif.
Het Kremlin noemt de stap van de EU „onacceptabel” en zegt er nog niet „klaar voor te zijn” om deze te accepteren. Moskou stelt de dialoog met de EU ter discussie. Moskou kan het overleg met de EU niet alleen aan de gang houden, aldus een verklaring van het Kremlin.
In Brussel is donderdag intussen de Europese top begonnen. De eerste dag staat onder meer in het teken van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.