Nobelprijs erkenning belang duurzame ontwikkeling
Ooit gingen er stemmen op om een speciale Nobelprijs voor Duurzame Ontwikkeling in het leven te roepen. Het feit dat de Keniase Wangari Maathai nu de Nobelprijs voor de Vrede krijgt, bewijst misschien wel dat dat niet meer nodig is.
Dat zegt Alide Roerink, adviseur op het gebied van externe betrekkingen voor de NCDO, de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. Roerink kwam via de vrouwenbeweging in contact met Maathai en werkte met haar samen in het kader van het zogeheten Handvest voor de Aarde, waarin in feite de belangen centraal staan van alles wat leeft.
Ooit werd in VN–verband geprobeerd zo’n handvest op te stellen: voor de bescherming van het milieu, voor sociale en economische rechtvaardigheid, maar ook voor geweldloosheid, democratie en vrede. De lidstaten van de VN slaagden er echter niet in het handvest van de grond te tillen. Een groot aantal maatschappelijke organisaties en individuen ging er wel mee aan de slag en in Afrika speelde Maathai daarbij een voorhoederol.
Roerink kent Maathai persoonlijk en noemt haar een vrouw die sterk is, energiek en bescheiden. „Ze staat met twee voeten in de modder", aldus Roerink. Maathai is diverse keren in Nederland geweest. Diverse keren ook kwam het er niet van omdat ze in eigen land overhoop lag met de autoriteiten en niet weg kon. Volgend jaar november komt ze weer naar ons land, als het Handvest voor de Aarde (ook wel bekend als Earth Charter) vijf jaar bestaat.
Hoewel het Handvest niet bindend is, krijgt het juridisch steeds meer gewicht. Volgens Roerink onderstreept de prijs die Maathai nu krijgt het belang van een ethisch kader voor de globalisering. „Maathai is zeker niet tegen de globalisering. Ze is een wereldburger die erop wijst dat globalisering niet ten koste mag gaan van het milieu en de samenleving. Daarbij maakt ze zich vooral sterk voor de belangen van lokale gemeenschappen", aldus de adviseur.
Een van de eerste initiatieven van de 64–jarige Keniase was het planten van bomen. Daarmee pleegde ze een eenvoudige daad van verzet tegen de Keniase autoriteiten, die daar met goed fatsoen niets tegenin konden brengen maar Maathai toch het leven zuur maakten. Tegelijkertijd deed ze iets heel concreets tegen de ontbossing en kwam ze ook op voor de positie van de vrouw, niet alleen in haar eigen land, maar in heel Afrika.
Internationaal werden de activiteiten van Maathai al eerder erkend. In 1983 kreeg ze de VN–titel van vrouw van het jaar. Afrika wordt door aids en burgeroorlogen snel in verband gebracht met ellende. Roerink hoopt dat deze toekenning van de Nobelprijs het continent weer wat meer terugzet op de wereldkaart.