De Jonge: we hadden ons meer tijd moeten gunnen voor coronawet
Het kabinet was te gehaast met de bekritiseerde coronawet, erkent zorgminister Hugo de Jonge. „We hadden ons meer tijd moeten gunnen en meer transparantie en uitleg moeten geven over de wet”, zegt de minister in het Kamerdebat over het wetsvoorstel. Zo vindt hij dat over het voorstel een internetconsultatie gehouden had moeten worden. „Dan had iedereen mee kunnen lezen.”
In de Kamer is veel ergernis over de maatschappelijke onrust die ontstond door het wetsvoorstel. Veel partijen leggen de schuld daarvan bij het kabinet. „We hebben gemeend dat snel te moeten doen”, stelt De Jonge terugkijkend. „Ik denk dat we ook toen hadden moeten zeggen: nee, als we dat doen, dan moeten we ook de tijd nemen voor het maatschappelijke debat dat daarbij past. Dat hebben we ons onvoldoende gegund.”
Een groot deel van de oppositie hekelt dat de minister alleen over de procedure de hand in eigen boezem steekt maar niet toe wil geven dat de spoedwet ook inhoudelijk niet deugde. Zo menen ze dat de minister en het kabinet te veel macht naar zich toe wilden trekken ten koste van het parlement. Onder meer SP en PVV wezen erop dat de eerste versie ingrijpend is gewijzigd na fikse kritiek van deskundigen en de Raad van State. Ook na de indiening van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer heeft de coalitie samen met vier andere partijen niet voor niets zeven belangrijke wijzigingen voorgesteld, stelde de oppositie.
Maar volgens De Jonge worden concepten altijd gewijzigd en bijgeschaafd en gaat pas de derde versie naar de Kamer, zoals ook met de spoedwet is gebeurd. Hij wees erop dat er veel informatie over de wet werd verspreid, soms opzettelijk, die niet juist is. Zo krijgt het kabinet juist niet meer bevoegdheden door de coronawet, maar juist het parlement, zegt de minister. Op aandringen van de Kamer gaat de minister meer het voortouw nemen om de zorgen bij de bevolking weg te nemen, om het draagvlak voor de coronawet te vergroten.
De coronawet moet de ingrijpende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, een wettelijke basis geven. Tot dusver handelt het kabinet op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Dat is volgens het kabinet prima voor een korte periode, maar niet voor maatregelen die voor langere tijd gelden.