Opvolger van de stint mag binnenkort de weg op
De opvolger van de stint mag binnenkort de openbare weg op. Dat laat minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) woensdag weten. De elektrische bolderkar die door veel kinderdagverblijven werd gebruikt werd verboden na een dodelijk ongeluk in 2018 in Oss waarbij vier kinderen om het leven kwamen.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid deed onderzoek naar het ongeval, en zei vorig jaar dat bij het beoordelen van nieuwe voertuigen onafhankelijke experts zouden moeten worden geraadpleegd.
De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) en de RDW deden onderzoek naar de BSO-bus, de opvolger van de stint, en zijn positief. Volgens de RDW voldoet het voertuig aan alle eisen, behalve dat het maximumaantal passagiers van acht wordt overschreden.
Op dat maximum is een uitzondering gemaakt, op verzoek van de Tweede Kamer. Bestuurders moeten voortaan wel eerst een training volgen. Ook is met de kinderopvangbranche afgesproken dat de BSO-bus zoveel mogelijk op rustige plekken wordt gebruikt, zoals op vrijliggende fietspaden of in gebieden waar maximaal 30 kilometer per uur mag worden gereden.
De SWOV heeft een aantal risico’s op een rij gezet, maar die zijn volgens de minister „voor een deel inherent aan het gebruik van lichte voertuigen in het verkeer en daarmee onvermijdelijk”.
De opvolger van de stint is een paar keer afgekeurd. Edwin Renzen, maker van de wagen, zei eerder deze week nog dat het einde van zijn bedrijf in zicht was omdat de politiek maar geen besluit nam over een terugkeer op de weg van het vervoermiddel voor de kinderopvang. Toen de stint verdween, reden er zo’n 3000 rond.
De Kamer gaf eerder al aan de stint graag weer op de weg te zien omdat het veel wordt gebruikt door kinderopvanglocaties. Die zitten met extra kosten omdat ze de stint niet mogen gebruiken. Het vervoersmiddel werd na het ongeluk van de weg gehaald omdat er zich onder meer problemen met de rem en het gas konden voordoen.
De elektrische bolderkar werd in 2011 toegelaten, maar er was daarna geen toezicht op het voertuig en de fabrikant was verantwoordelijk voor de veiligheid. Daar zijn inmiddels wel regels voor gekomen.
Edwin Renzen, stint-directeur, zegt bij RTL Nieuws dat hij is overdonderd door het besluit. “Onwerkelijk. We zaten te wachten op afkeuring. Ik had dit op geen enkele manier verwacht.” En: “Uiteindelijk is de aanvraag op feiten beoordeeld, terwijl we weten dat er ook emotie in het spel is. Dit is iets waarin ik eigenlijk niet meer durfde te geloven.”