Stagnatie in terugdringen kindersterfte
Een op de twaalf kinderen overlijdt voor zijn of haar vijfde verjaardag, blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties. Dat zijn wereldwijd 11 miljoen sterfgevallen per jaar.
Opvallend is dat veel sterfgevallen het gevolg zijn van goed behandelbare ziekten als diarree of bronchitis. Met eenvoudige middelen en tegen geringe kosten zouden deze kinderlevens gered kunnen worden. Meestal zijn slechte omstandigheden voor moeder en kind tijdens en vlak na de geboorte de doodsoorzaak. Daarnaast spelen ondervoeding, vervuild drinkwater en slechte sanitaire voorzieningen een grote rol. In met name zuidelijk Afrika draagt de verspreiding van HIV bij aan de hoge kindersterfte.
Het doel van de VN om de kindersterfte tussen 1990 tot 2015 met tweederde af te laten nemen, wordt gezien de huidige ontwikkelingen bij lange na niet gehaald.
In Sierra Leone is de situatie volgens het kinderfonds van de Verenigde Naties het ergst. Daar overlijdt meer dan een kwart van de kinderen in de eerste vijf levensjaren. De helft van alle sterfgevallen van jonge kinderen wereldwijd betreft zwart Afrika.
Na Sierra Leone zijn Niger, Angola en Afghanistan de landen met de hoogste kindersterfte, met respectievelijk 265, 260 en 257 sterfgevallen per 1000 geboortes. Zweden is het land met de laagste kindersterfte. Daar overlijden gemiddeld 3 op de 1000 kinderen voor hun vijfde verjaardag. Zweden wordt op de voet gevolgd door Noorwegen, Denemarken en IJsland, waar het aantal 4 op de 1000 bedraagt. Nederland zit in de groep van landen net daaronder, waar 6 op de 1000 kinderen jong overlijden. In de Verenigde Staten overlijden 8 op de 1000 jonge kinderen. Irak kende de grootste stijging sinds 1990.
Om een afname van de kindersterfte voor 2015 met tweederde te verwezenlijken, moeten alle landen de kindersterftecijfers jaarlijks met gemiddeld 4,4 procent terugdringen. Volgens het rapport ”Progress for children” liggen 90 landen, waaronder 53 ontwikkelingslanden, op koers. Daar staat tegenover dat 78 landen niet eens een jaarlijkse vermindering van 2 procent hebben bereikt. In zuidelijk Afrika, Irak en in staten van de voormalige Sovjet-Unie neemt het aantal sterfgevallen zelfs toe.
De cijfers van Unicef hebben betrekking op 2002. In vergelijking met een onderzoek uit 1990 is wereldwijd sprake van een lichte afname van het aantal sterfgevallen van jonge kinderen, maar de positieve trend is de afgelopen jaren gestagneerd, aldus Unicef-directeur Bellamy. In vergelijking met 1960 is wel nog steeds sprake van een sterk verbeterde situatie: toen overleed wereldwijd een op de vijf kinderen tijdens de eerste vijf levensjaren.