President Obasanjo heeft in mei de noodtoestand afgekondigd in Plateau om een einde te maken aan wat hij noemde „wederzijdse genocide" tussen christelijke en islamitische groepen. De gouverneur van de staat werd ontslagen omdat die niets zou hebben gedaan om het geweld een halt toe te roepen.

Een overheidscommissie heeft in opdracht van Obasanjo onderzoek gedaan naar het geweld. Het getal van bijna 54.000 doden is gebasseerd op statistieken die van lokale overheidsfunctionarissen en stamhoofden in het gebied zijn verkregen. Daaruit blijkt dat ongeveer gelijk verdeeld mannen, vrouwen en kinderen het slachtoffer zijn geworden. De meesten werden doodgeschoten of met kapmessen omgebracht. Verder zijn tienduizenden huizen in vlammen opgegaan en ongeveer 200.000 mensen op de vlucht geslagen.

De staat Plateau vormt het grensgebied tussen het islamitische noorden en christelijke zuiden van Nigeria. In september 20001 leidden rellen in Jos, de hoofdstad van de staat, tot de langdurige periode van geweld. In mei heeft president Obasanjo een voormalige generaal tot bewindvoerder benoemd om orde op zaken te stellen. Sinds die tijd is het relatief rustig in Plateau.