VN-resolutie tegen Israël leidt tot welbekend refrein van VS
Toen de Amerikanen dinsdag in de VN-Veiligheidsraad een veto uitspraken over een resolutie die het militaire optreden van Israël in de Gazastrook veroordeelde, herhaalden ze iets dat ze al tientallen malen eerder hadden gedaan. De Fransen stemden voor de resolutie, omdat die zich vanaf 1967 onthouden van politieke steun aan het Joodse land. En daarmee werd deze week een bekend beeld van het Midden-Oostenconflict bevestigd.
„Een nieuwe stap op weg naar nergens”, noemde de Amerikaanse VN-ambassadeur, John Danforth, de door Algerije voorgestelde resolutie. „Ze moedigt beide partijen aan zich in te graven, ze geeft Israël het gevoel (…) in een hoek te worden gedrukt en ze ontmoedigt dialoog.”
Zijn Algerijnse collega, Abdallah Baali, vond echter dat de „onwaardige methoden die Israël dagelijks gebruikt tegen weerloze burgers”, scherp moesten worden veroordeeld. De resolutie die hij namens de lidstaten van de Arabische Liga indiende, eiste daarom van Israël een „onmiddellijke beëindiging van alle militaire operaties” in de Gazastrook.
Deze actie, die vorige week donderdag begon, is een antwoord op de „regen van raketten” die volgens de Israëlische VN-ambassadeur, Dan Gillerman, op de Joodse nederzettingen terechtkomt. Eerder kwamen hierbij ook twee Israëlische kinderen om het leven.
Vrijwel alle sprekers in de Veiligheidsraad bevestigden „het recht van Israël zijn burgers te verdedigen tegen terreuraanvallen”, zoals de Nederlandse ambassadeur, Dirk Jan van den Berg, namens de Europese Unie zei. Maar veel lidstaten veroordeelden de „buitenproportionele omvang” van de reactie.
Met de Amerikaanse stem tegen deze „eenzijdige resolutie” was het voorstel van de baan. Net als de andere permanente leden van de Veiligheidsraad (Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië) kunnen de Amerikanen alle besluiten tegenhouden. Zelfs als, zoals dinsdag, er met elf voorstemmen een overgrote meerderheid is.
„Dat is nu een echt veto”, zegt prof. Terry Gill, docent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. „Zonder de Amerikaanse tegenstem zou de resolutie immers zijn aangenomen.”
Volgens Gill, die Amerikaan van geboorte is en een deel van zijn jeugd in Libanon doorbracht, is het indienen van dit soort resoluties „in juridische zin symbolisch.” „Men weet dat de Amerikanen hierbij het veto gebruiken, maar men wil voorstellen niet aanpassen om de Amerikanen mee te krijgen. Anderzijds zit er in zo’n stemming natuurlijk wel een politiek signaal. De VS staan al lang min of meer alleen in hun onvoorwaardelijke steun voor Israël. En in het licht van de komende presidentsverkiezingen is het niet waarschijnlijk dat ze een genuanceerde resolutie wel zouden hebben gesteund.”
Dat de Amerikaanse ambassadeur de resolutie als „eenzijdig en onevenwichtig” betitelde, begrijpt Gill. „Maar dit is ook het welbekende refrein. Theoretisch is er een wederzijdse verantwoordelijkheid bij zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit. Maar in de praktijk is er nauwelijks nog sprake van Palestijns overheidsgezag dat ook nog een beroep op gewapende politie kan doen. En omdat de Amerikanen niet kunnen zeggen hoe het in deze situatie verder moet, zie ik in hun motivering meer een verbale distantie van Arafat.”
Intussen verlamt dit wel de effectiviteit van de Veiligheidsraad, meent Gill. „Op deze wijze kan de raad zijn werk niet doen. Ik denk wel dat de inval in de Gazastrook een aanleiding had en dat Israël ook het recht heeft zich te verdedigen. Maar het zou mooi zijn als de Veiligheidsraad zou kunnen uitspreken dat het optreden van Israël buitenproportioneel is. Het is niet verbazingwekkend dat dit niet is gebeurd, maar wel jammer.”
De Franse regering staat op dit punt recht tegenover de Verenigde Staten, zegt onderzoeker Dorothée Schmid van het Institut Français des Relations Internationales (IFRI). „Parijs steunt Arafat als rechtmatige leider van de Palestijnse Autoriteit. Al sinds 1967, toen Frankrijk een wapenembargo tegen Israël instelde, heeft onze regering nooit meer steun gegeven aan Israëlisch optreden buiten het eigen grondgebied. De afgelopen maanden zijn de verhoudingen alleen nog maar verder verstoord. Het standpunt van de Franse regering zal in Israël daarom ook wel weer zeer negatief worden ontvangen, alsof Frankrijk niets tegen het terrorisme wil doen.”
De Franse opstelling betekent niet dat er geen kritiek op de Palestijnen bestaat, verzekert Schmid. „Minister Barnier van Buitenlandse Zaken heeft er onlangs bij een bezoek aan Arafat nog op aangedrongen de hervormingen te versnellen en verkiezingen te houden. Frankrijk beweegt zich naar een meer gemiddelde EU-positie. Op dit moment is de Franse regering in de EU nog de enige die contacten met Arafat onderhoudt.”
Ook Gill vindt de Franse steun aan de Arabische resolutie deze week niet opvallend. „Er zit een enorm verschil in de perceptie van het Midden-Oosten tussen de Fransen en de Amerikanen. Frankrijk geeft ook met deze stem weer aan dat het niet tevreden is met het optreden van de Amerikanen in de regio. De Fransen hebben natuurlijk al veel langer kritiek op Israël, maar enkele jaren geleden zouden ze toch meer bereid zijn geweest zich van stemming te onthouden.”
Schmid zegt dat Frankrijk een appèl op Amerika wil doen om de leiding te nemen. „De Franse regering weet heel goed dat zij die leiding niet kan nemen, vanwege de slechte verhouding met Israël. Maar daarom is ze des te meer teleurgesteld dat de Verenigde Staten dit niet oppakken. En de Europese Unie is niet eensgezind genoeg op dit punt. De enige actor van formaat op dit moment is dus de Israëlische regering.”
Bij de stemming in de Veiligheidsraad waren er naast elf voorstemmen ook drie lidstaten die zich van stemming onthielden: Groot-Brittannië, Duitsland en Roemenië. Gill vindt vooral de Britse positie daarin opvallend. „Londen staat vaak aan dezelfde kant als Washington. Maar het is bekend dat premier Blair moeite heeft met de lage prioriteit die het vredesproces bij de Amerikanen heeft. Terwijl hij zelf vorige week nog tegenover zijn eigen partij heeft gezegd dat de rust in het Midden-Oosten weer boven aan de agenda komt als hij wordt herkozen. Tegenstemmen zou daarom voor de Britten ongeloofwaardig zijn. Maar voorstemmen zou hen te ver verwijderen van de Amerikanen. De Britse positie is daarom verhulde kritiek op de Verenigde Staten.”
Schmid zegt dat de Britse onthouding min of meer te verwachten was. „Duitsland en Engeland zijn nooit bijzonder kritisch over Israëlische invallen. Ik denk dat Parijs wel enigszins teleurgesteld is in Duitsland. Maar die onthouding valt natuurlijk wel te begrijpen, vanuit de specifieke relatie met Israël.”