Halsema: geraakt door kritiek na demonstratie op de Dam
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft er geen spijt van dat ze aanwezig was bij de veelbesproken Black Lives Matter-demonstratie op de Dam op 1 juni. Halsema zag het als haar taak als burgemeester, zegt ze in een interview met schrijver Ronald Giphart in het AD.
Maar het soms venijnige commentaar uit de samenleving raakte haar wel: „De kritiek vond ik niet in proportie”, aldus Halsema. „Wat mij geraakt heeft in deze kwestie is dat een apolitiek onderwerp als racisme, dat boven alle politiek verheven is, toch in de politieke hoek werd gedrukt. Ik zal nooit mijn excuses aanbieden voor mijn betrokkenheid bij de strijd tegen racisme. Dat hoort bij mijn taak, net zoals het hoorde bij die van collega’s en voorgangers.”
Achteraf gezien hadden er dingen wel beter gekund, zegt ze: „We hebben fouten gemaakt en hadden dingen echt beter kunnen doen, qua communicatie. Ook hadden we kunnen proberen demonstranten eerder weg te laten gaan. Mijn zorg was dat als ik het podium zou betreden om te vragen of mensen de Dam konden verlaten, iedereen naar voren zou komen om te luisteren naar wat ik te zeggen had. Er stond alleen een kleine geluidsinstallatie. Dan waren we in nog grotere coronaproblemen geweest. Ik besloot niet te ontbinden, en daar sta ik nog steeds achter.”
Tijdens een langdurig debat op 10 juni moest Halsema zich in de Amsterdamse gemeenteraad verantwoorden voor de gang van zaken bij de demonstratie, waarbij veel meer deelnemers waren dan gedacht. Ze overleefde daar een motie van wantrouwen.