Karzai waarschijnlijk eerste gekozen president
De huidige Afghaanse interim–president Hamid Karzai (46) wint volgens waarnemers waarschijnlijk de eerste vrije presidentsverkiezingen, die zaterdag in Afghanistan worden gehouden. Van de achttien kandidaten geldt hij als de grootste kanshebber voor het hoogste ambt. Als interim–president beschikt hij bovendien als enige over het staatsapparaat voor zijn verkiezingscampagne. Dit tot onvrede van zijn rivalen, die daarom voor uitstel van de verkiezingen pleitten en zelfs dreigden die te boycotten.
Campagne voor de verkiezingen werd er overigens niet of nauwelijks gevoerd. Hiervoor is de situatie te gevaarlijk. Karzai zelf ontsnapte vorige week ternauwernood aan een moordaanslag, toen hij zich even buiten de hoofdstad Kabul waagde. De vroegere machthebbers, de Taliban, hebben gezworen de verkiezingen te verstoren. Als Karzai zich van zijn zwaarbewaakte paleis naar het vliegveld begeeft, wordt half Kabul voor het verkeer afgesloten en cirkelen gevechtshelikopters boven de stad om hem te beschermen.
Dat gebeurt niet zonder reden. Ook vorige jaar werd er tot tweemaal toe een aanslag op zijn leven gepleegd. Geen wonder dat Karzai liever in het buitenland vertoeft. Met zijn gesoigneerde voorkomen, zwierig gedragen traditionele kledij en voortreffelijke talenkennis is hij hier een graag geziene gast. Hij geldt in het Westen bovendien als de enige serieuze kandidaat die over de noodzakelijke diplomatieke vaardigheden beschikt om orde en rust te brengen in het door oorlog verwoeste land, waar de etnische tegenstellingen groot zijn.
Toen de Amerikanen eind 2001 het Taliban–regime uit Kabul hadden verdreven in hun jacht op Osama bin Laden en zijn terreurnetwerk al–Qaeda, was Karzai de enige kandidaat voor het premierschap. Hij had de steun van Washington en ook voor de meeste Afghanen was hij de juiste man voor dit ambt.
Het pleitte zeker in zijn voordeel dat hij in de jaren negentig niet deelnam aan de burgeroorlog. De Afghaanse bevolking had schoon genoeg van de tientallen krijgsheren die in de strijd om de macht elkaar naar het leven staan en geen oog hebben voor de noden van het volk. Karzai was in die zin van onbesproken gedrag. Bovendien behoort hij etnisch tot de Pathaanse bevolkingsgroep, de grootste groepering in het aan stammen rijke Afghanistan.
Gedurende de Sowjetbezetting in de jaren tachtig toonde Karzai zich een goed patriot door tegen de buitenlandse bezetters te strijden. Eind jaren negentig vocht hij vervolgens tegen de Taliban, die in 1996 de macht in Kabul hadden overgenomen. Aanvankelijk wilde Karzai in 1996 nog met de Taliban samenwerken, die de steun van Pakistan hadden om de oliepijpleidingen in Afghanistan veilig te stellen. Aan deze samenwerking kwam in 1999 definitief een einde, toen Karzai’s vader in een Taliban–hinderlaag liep en werd gedood.
Gedurende zijn premierschap werd de eerste aanzet gegeven tot de wederopbouw van het door oorlog verwoeste land. Schoorvoetend kwamen de miljoenen vluchtelingen uit Pakistan en Iran terug naar hun verwoeste huis en akkerland. De goede contacten die Karzai met het Westen heeft opgebouwd, bleken gunstig voor de buitenlandse financiële hulp die langzaam op gang kwam. Tijdens de donorconferentie in Tokio begin 2002 slaagde hij erin ruim 4 miljard dollar los te peuteren.
Toen in 2002 de Loya Jirga, de grote vergadering van stamoudsten, bijeenkwam om een interim–president te kiezen, was premier Karzai voor de afgevaardigden dan ook de enige serieuze kandidaat. Naar alle waarschijnlijkheid kiest nu ook het volk voor hem, zodat hij de kans krijgt zich verder voor zijn land in te zetten, iets was hij volgens zijn familieleden altijd al heeft gewild.