Ook zorgmanagers werken door na VUT
Ongeveer 1500 vutters in de gezondheidszorg hebben het afgelopen jaar gebruikgemaakt van de mogelijkheid met behoud van hun VUT-uitkering in de gezondheidszorg te blijven werken. Onder hen zijn ook enkele tientallen managers, voor wie de speciale regeling eigenlijk niet was bedoeld.
Sinds januari 2001 mogen vutters die in de gezondheidszorg blijven werken, al hun verdiensten houden. Zij krijgen zowel hun salaris als hun VUT-uitkering. Tot dan toe moesten vutters die bleven doorwerken 80 procent van hun (bij)verdiensten inleveren. Het pensioenfonds voor de gezondheidszorg PGGM besloot dit te veranderen om doorwerken aantrekkelijker te maken en zo iets te doen aan het grote personeelstekort.
De regeling was primair bedoeld voor verplegend personeel, zodat er meer handen aan het bed zouden komen, aldus C. Verhagen van PGGM. Ongeveer 1500 mensen hebben er gebruik van gemaakt, zo blijkt uit onderzoek naar het effect ervan. „Voor 90 tot 95 procent zijn dat mensen voor wie de regeling was bedoeld”, aldus Verhagen. Maar er zit ook een aantal managers bij. De PGGM maakt dat op uit de hoogte van het salaris, waarnaar bij het onderzoek ook is gekeken.
Het is op zich niet verboden dat ook managers van de regeling gebruikmaken. „Er zijn ook situaties denkbaar dat het prettiger is dat managers doorwerken”, stelt Verhagen. Het onderzoek naar het effect van de regeling moet nog verder worden geëvalueerd. De resultaten daarvan worden in de loop van het jaar voorgelegd aan het bestuur van het pensioenfonds, waarin de vakbeweging en de werkgeversorganisaties zitten. Het is dan aan het bestuur om te besluiten of de regeling wordt voortgezet en of dat in dezelfde vorm gebeurt.
De mensen die na de VUT blijven werken, doen dat doorgaans in deeltijd. Samen bezetten zij volgens Verhagen 500 tot 600 voltijdbanen. Hij verwacht dat de komende jaren het aantal ’doorwerkers’ 2000 zal bedragen.