Genua werkt aan een nieuwe gouden eeuw
Het instorten van het Morandiviaduct in 2018 dwong Genua op de knieën. Twee jaar later staat de Italiaanse stad aan het begin van een opleving.
Wie spontaan een rijtje van belangrijke Europese zeehavens opzegt, zal Genua niet noemen. De cijfers geven hem of haar gelijk. Volgens Eurostat staat Genua op nummer 13 wat betreft het volume van overgeslagen containers. Ooit was dat anders. De naam Genua zegt het al, het komt van het Latijnse woord ”janua”, dat staat voor deur of poort (haven). In de middeleeuwen behoorde Genua tot de vier ”maritieme republieken”: rijke, onafhankelijke havensteden – Amalfi, Pisa en Venetië waren de andere drie. De periode tussen ongeveer 1530 en 1630 was de gouden eeuw voor de Republiek Genua. De stad lag op het kruispunt van het handelsverkeer tussen Oost en West. De haven was de belangrijkste van Europa. Genua lag met stadsgenoot Christoffel Columbus aan de basis van de verovering van de Nieuwe Wereld.
Als het aan de Genuezen ligt, komt die gouden periode weer terug. Ze leggen bij monde van Guido Conforti hun kaarten op tafel. „De vraag is niet waarom Rotterdam de grootste haven van Europa is, maar waarom Genua het niet is”, zegt de onderdirecteur van de lokale afdeling van Confindustria, de grootste werkgeversorganisatie van Italië. Zijn opmerking is niet helemaal gekscherend bedoeld.
De haven van Genua kan dankzij een natuurlijke diepe bodem, een geologisch gegeven, schepen met grote diepgang, zoals containerschepen, toegang verschaffen. Het havencomplex is groot en strekt zich 22 kilometer langs de kust uit.
Ten westen grenst daaraan een andere grote (cruise)haven, die van Savona. Er is een achterland van zo’n 80 miljoen mensen: Noord-Italië, Zwitserland en Zuid-Duitsland. „Genua ligt op vijf dagen (1122 zeemijlen) varen van het Suezkanaal”, vertelt Conforti, die ook economisch adviseur van de gemeente is. „Schepen moeten daarna nog zes dagen varen om in Rotterdam uit te komen.” De Aziatische markt, de meeste dynamische en ’s werelds grootste, ligt dus dichter bij Genua dan bij Rotterdam. Daarbovenop komt dat Genua een belangrijke cruisehaven is. Het is geen toeval dat Costa, een van de grootste cruisebedrijven ter wereld, uit Genua komt.
De stad is traditioneel sterk in scheepsbouw. Vanaf 1400 waren de Genuezen bekend als galeienbouwers. Die traditie is gebleven. Fincantieri, Europa’s grootste scheepsbouwer, heeft een grote werf bij Genua (daar werd onder andere het rampschip Costa Concordia gesloopt en werden delen van de nieuwe Morandibrug geassembleerd). Scheepsreparatie is en blijft een belangrijke sector. Ook heeft Genua een goede marktpositie wat betreft de bouw en het interieurontwerp van luxe megajachten. „Negentig procent van de 5000 grootste jachten ter wereld ligt in de Middellandse Zee”, merkt Conforti op.
Infrastructuur
Waarom opereert de haven van Genua dan toch niet op hetzelfde niveau als Rotterdam, Antwerpen of Hamburg (de nummers 1, 2 en 3 van Europa)? Nog ervan afgezien dat Rotterdam en andere grote havens in Noord-Europa andere markten bedienen (Noord-Duitsland, Benelux et cetera) heeft de Nederlandse haven een veel betere logistiek. Via weg, spoor en binnenvaart zijn containers binnen no time de Nederlands-Duitse grens over. In Genua moeten de containers of bulkgoederen eerst door deze drukke stad van zo’n 600.000 inwoners – een goed deel van de haven ligt namelijk ín de stad. Het instorten van het Morandiviaduct op 14 augustus 2018 was niet alleen een menselijk drama (43 slachtoffers), maar ook de doodsteek voor de infrastructuur. De kilometerslange brug vormde de verbindende schakel tussen twee stadsdelen, de haven en de ringweg.
Inmiddels staat er een nieuwe Morandibrug, en de uiterst snelle voltooiing ervan staat symbool voor de wilskracht van de stad om door te gaan. Het is zonder meer het begin van een heropleving. Er wordt nu gewerkt aan tal van infrastructurele oplossingen die voorheen werden geblokkeerd door bureaucratie, doordat mensen elkaar politiek vliegen afvingen en als gevolg van obstructie door milieuvoorvechters. Zo worden de autosnelwegverbindingen met Frankrijk, Turijn en Milaan verbeterd. De luchthaven moet worden vergroot. Het vliegveld van Genua is klein (39 rechtstreekse verbindingen, onder andere met Amsterdam), maar heeft een uiterst goede verbinding met de stad doordat het direct voor de kust ligt. In twaalf minuten tijd reis je van de bagageband naar het aquarium, een toeristische trekpleister in het centrum. Aan Italiaanse kant wordt gebouwd aan de voltooiing van een van de Europese vervoersdoorgangen, de zogenaamde Corridor 24, die Genua moet gaan verbinden met… Rotterdam.
Het spoorwegennet vormt nog steeds een pijnpunt. Zo is een deel van de lijn naar de Franse grens enkelspoor. „In 1910 deed de trein van Genua naar Milaan er een uur en tien minuten over”, zegt Simonetta Cenci, wethouder van Stadsplanning. „Tegenwoordig duurt die rit nog steeds zo lang, en vaker nog langer. Dan klopt er toch iets niet.” Als het ligt aan Cenci, die ook partner-directeur is van een architectenbureau, gaat dat allemaal veranderen. Cenci heeft een technische, dus niet-politieke benoeming, en dat is een signaal dat de gemeente af wil van de traditionele, verlammende politieke tegenstellingen binnen de stad. Het is naar het Rotterdamse motto van ”hand in hand, kameraden”.
Patriciërshuizen
Genua heeft wel iets weg van Rotterdam, al is het maar omdat toeristen beide steden lange tijd links hebben laten liggen. Het beeld was immers dat het wel bedrijvige, maar saaie havensteden zijn. In Genua kwam je toch zeker alleen om de overtocht te maken naar Corsica of Sardinië. Ook was de stad de uitvalsbasis voor tripjes naar het wereldberoemde Portofino en Cinque Terre.
Dat is nu wel anders. Jaarlijks trekt de stad meer dan 2 miljoen bezoekers. Genua heeft een hoog cultureel aanbod. Genua’s gouden eeuw heeft tientallen patriciërshuizen opgeleverd, die stonden op de gemeentelijk ”rolli”, ofwel lijsten van particuliere paleizen en herenhuizen. De Rolli-paleizen prijken tegenwoordig op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De meeste paleizen zijn gebouwd op hellend terrein, omdat Genua nu eenmaal tegen een steile bergformatie ligt. Een deel van de oude haven, onmiddellijk tegen het centrum aan, is omgevormd tot een uitgaansgebied. Daar staat ook het aquarium –het op een na grootste van Europa’s– naar een ontwerp van de Genuese architect Renzo Piano.
De binnenstad werd tegen die steile berg gebouwd. Het is er een wirwar van steegjes, ”caruggi” genaamd, die heel pittoresk zijn, en waar de traditionele middenstand –type slager, schoenmaker en ijzerwinkel– heeft standgehouden, in tegenstelling tot de centra van (middel)grote steden die overlopen van toerisme. „Genua is nog heel authentiek”, zegt de jonge bedrijfsleider van Romeo Viganotti, een chocolademaker. „Met alle ongemakken van dien,” vervolgt hij met een lach. De werkplaats ligt in een van die caruggi, en toeleveranciers hebben alle moeite om er te geraken.
Zuinigheid
Wegens het geaccidenteerde terrein is Genua op het eerste gezicht geen gemakkelijke stad voor ouderen. Je zult maar telkens die klim naar de groentewinkel moeten maken. Rollators en scootmobielen zijn er een vrijwel onbekend verschijnsel. Toch wonen er veel ouderen in Genua. Sterker nog: Genua heeft de meest bejaarde bevolking van Italië en mogelijk van heel Europa. Niet dat dat afschrikt: de gemeente streeft er zelfs naar om nog meer ouderen aan te trekken (zie ”Pensionati”).
Ook wil de gemeente investeerders met een gunstige fiscale politiek lokken om een deel van de binnenstad op te knappen, waaronder de wijk rond de universiteit. Die is klein en vrij onbekend, maar heeft een goede faculteit op het gebied van marine- en oceaantechniek. De bedoeling is dat meer studenten naar Genua komen. Dat is goed voor de werkgelegenheid, die sterk gehecht is aan de havenactiviteiten. „We willen meer studenten, in de hoop dat een deel van hen na hun studie blijft hangen”, zegt Cenci. Dat is nog eens op de lange termijn gedacht.
Het gaat om opbouwen, en dat is idealiter iets van de lange adem. In Genua worden de mouwen opgestroopt. Er wordt geen geld over de balk gegooid. Genuezen draaien een munt van 10 cent twee keer om voordat ze hem uitgeven. Over de Genuese zuinigheid maakt de rest van Italië dan ook grappen. Kijk eens aan, nog een link met Nederland.
Pensionati
Genua heeft een relatief oude bevolking. Bijna 30 procent van de inwoners is ouder dan 65 jaar. En dat mag wat betreft de gemeente wel meer worden. Daar steekt niet zozeer een sociale politiek achter als wel een economische redenering: 65-plussers zijn gemiddeld rijker en ze geven meer geld uit. De gemeente wil ouderen, ook uit de rest van Europa, aantrekken. Het mes zou weleens aan twee kanten kunnen snijden. Onroerend goed in Genua is ongekend laaggeprijsd. In de binnenstad betaal je minder dan 1000 euro per vierkante meter. De kosten van levensonderhoud liggen ook lager. Het culturele niveau van de stad is daarentegen hoog. Daar komt bovenop dat het klimaat mild is. „Acht maanden per jaar kun zonder jas naar buiten”, zegt wethouder Cenci.