Italianen lopen de huisarts plat, of spelen zelf graag voor dokter
Italianen lopen de dokter plat. Toch doen ze ook veel aan zelfmedicatie. Veel meer dan Nederlanders. En op vakantie sjouwen ze een medicijnkast vol pillen en poeders met zich mee.
Een Nederlandse vriend kwam aangestrompeld bij ons vakantiehuis in het noorden van Lazio, de regio waar we wonen. We hadden het riante huis gehuurd in coronatijd –eind maart– toen het leek dat niemand meer op vakantie zou gaan. Het huis was daardoor prima geprijsd.
De kreupele vriend vertelde dat hij al drie weken pijn had, laag in zijn rug. Hij ging zitten, maar dat ging maar met moeite, en we moesten twee kussens halen, en later een pijnstiller. Onze vriend zei dat het met rust over zou moeten gaan. Mijn vrouw en haar familie konden er met hun pet niet bij. Ik (na twee decennia leven in Italië) trouwens ook niet: drie weken pijn en nog geen dokter gezien!
Wíj hadden inmiddels al vier keer de eerste hulppost van het plaatselijk ziekenhuis bezocht. Een keer kwam zelfs de ambulance het terrein opgereden. Wat was er allemaal gebeurd? Mijn vrouw was door een bij gestoken, waarna haar hand enorm opzette. Daarna werd ze nóg eens gestoken en toen vond ze het tijd om een…ambulance te bellen (als excuus kan ik aanvoeren dat ik er die dag niet was).
Een week later werd mijn schoonmoeder niet goed. Het leek op een herseninfarct, ook al bleek dat uiteindelijk niet het geval te zijn. Een dag eerder had ik mijn teen tegen de terracotta trap gestoten, waardoor een nagel negentig graden omhoog stak. Het leeg wel de skispringschans van Garmisch Partenkirchen, met als verschil dat het daar meestal wit is, en het bij mij vooral rood kleurde… Het laatste stukje nagel werd door de eerste hulp (die bestond uit een arts en twee verplegers) eruit getrokken. Ik stond mijn mannetje… nadat ze me plaatselijk hadden verdoofd.
Nederlanders zijn anders, die gaan niet zomaar naar de dokter. Wij in Italië lopen hem plat. Dat is niet omdat Italianen onwetend zijn over de wereld van scalpels en stethoscopen, integendeel. Italianen weten altijd van alles van medicijnen en van aandoeningen en ze dragen meestal zelf oplossingen aan. Zo weet mijn Italiaanse dochter van elf daarover veel meer dan ik. Ze noemt medische termen, weet hoe lang medicijnen werken en wat de bijwerkingen zijn. De thermometer geldt als haar orakel. Als er mogelijk sprake is van verhoging, gaat het staafje onder de oksel, soms wel twintig keer per dag. Zodra het kwik boven de 37 graden uitkomt, maakt ze een vreugdesprong. Dat betekent dat ze niet naar school hoeft.
Als de vakantietijd aanbreekt, besteden ook serieuze media aandacht aan het onderwerp. „Welke medicijnen neemt u mee op vakantie in het buitenland?” schreef dagblad Corriere della Sera onlangs. „Dat is belangrijk te weten, want in het buitenland zijn niet zoveel apothekers en een telefonisch consult met uw eigen kinderarts is lastig”, Daarop volgt een lijst met geneesmiddelen die „mee moeten”: paracetamol, noramidopirina (pijnstiller voor wanneer paracetamol geen effect heeft), amoxicillina en claritromicina, melkfermenten, domperidone (tegen overgeven), cortisonen, betametasone (tegen insectenbeten). „Voldoende medicijnen mee op vakantie zorgt voor rust”, schreef de krant. Nou, niet bij mij. Ik werd na het doornemen van de lange lijst vooral onrustig.