Middeleeuwse christen actief op zoek naar verdieping vroomheid
Mediteren over de kruiswonden van Christus, deelnemen aan een virtuele pelgrimage naar Jeruzalem door middel van kleurrijke boekjes én persoonlijke meditatie voor en tijdens de viering van de eucharistie.
Schrijvers van middeleeuwse vroomheidsliteratuur wisten een gevoelige snaar bij gewone christenen te raken. Joanka van der Laan (1990) promoveert woensdag in Groningen op deze geliefde literatuur in de Lage Landen.
De titel van haar proefschrift, ”Enacting devotion. Performative religious reading in the Low Countries (ca. 1470-1550)”, duidt op een populair vakgebied: ”performance studies”. Letterlijk betekent het woord ”performance”: ”uitvoeren” of ”opvoeren”, zo legt de promovenda uit. „Het gaat erom dat woorden iets met de mens doen en zijn leven veranderen, transformeren. Schrijvers maakten in die tijd gebruik van technieken om dat te bewerkstelligen en lezers moesten zich daarin oefenen, zodat de woorden ook effect hadden op hun eigen leven.”
”Performance” komt erop neer dat lezers zich gaan voorstellen dat zij personages zijn in het verhaal en zo aanwezig zijn bij de gebeurtenissen die in de teksten beschreven en geïllustreerd worden. Van der Laan: „Het gaat erom dat gelovigen verbindingen maken tussen hun eigen leven en de gebeurtenissen in de heilsgeschiedenis. De vele boeken die in omloop waren, boden hen de gelegenheid hun geloof individueel te beoefenen, thuis of tijdens het werk.”
De vroomheid was, volgens de toen geldende cultuur, gekleurd door het mediteren over de kruiswonden van Christus, de noodzaak om Maria aan te roepen, het virtueel deelnemen aan bedevaartreizen naar Rome, het gebruikmaken van beelden, en het vele bezinningsmateriaal rond mis en biecht.
Grote beloning
Van der Laan: „Veel boeken beloofden ook grote beloningen aan hen die de devotionele praktijk serieus namen, in het bijzonder de beloning van een zalig bestaan in het hiernamaals en een gelimiteerd verblijf in het vagevuur. Logisch, we spreken hier over de kerk vóór de Reformatie. Toch hebben de schrijvers niet de bedoeling om de machtspositie van de kerk te verstevigen. Veel boekjes waren tot stand gekomen buiten het instituut om, zoals uit de kring van franciscanen. De schrijvers waren er vooral op bedacht dat de lezers zich het persoonlijk geloof eigen maakten.”
De viering van de eucharistie was daarbij een belangrijk middel, evenals het veelvuldig gebruikmaken van de biecht. Opvallend is volgens Van der Laan dat er begin zestiende eeuw al sprake was van een individueel overdenken van de betekenis van de eucharistie, ook tijdens de dienst zelf.
De boeken die Van der Laan onderzocht, zijn volgens haar onderbelicht gebleven en vaak afgedaan als „vroomheidslectuur voor eenvoudige gelovigen.” Haar studie laat zien dat de lezers niet alleen eenvoudige leken waren, maar ook veel ontwikkelde mensen uit stedelijke milieus. Met name de drukpers heeft in de tweede helft van de vijftiende eeuw geleid tot een enorme stijging van het kennisniveau, waarop schrijvers en drukkers konden inspringen.
Van der Laan: „Boeken waren een belangrijke factor in de godsdienstige emancipatie van de leken, omdat zij hiermee actief konden deelnemen aan godsdienstige discussies, thuis, individueel of in hun eigen gemeenschap.”
Kunnen we iets leren van middeleeuwse schrijvers wat betreft hun technieken om lezers virtueel ergens bij te betrekken?
„Absoluut, want we zitten nu ook in de situatie waarin christenen niet of beperkt fysiek aanwezig kunnen zijn in de eredienst. We kunnen bepaalde handelingen uitvoeren, zoals tijdens het bidden of zingen, zodat we ons verplaatsen in een andere werkelijkheid. Dat gebeurde ook in de middeleeuwen. We zien hierin het belang van de kracht van verbeelding. De schrijvers in de middeleeuwen wisten dat goed uit te buiten. Uiteindelijk waren deze technieken voor hen een middel om de lezer in te wijden in de geloofsrelatie en de band met God te verstevigen.”