Premier Ahmed Qurei had zijn reis naar Rusland en Turkije afgezegd om de bijeenkomst van het kabinet te kunnen bijwonen. Eerder op de dag had de Palestijnse Autoriteit de noodtoestand uitgeroepen in de Palestijnse gebieden, om de ministeries en openbare diensten beter in staat te stellen de bevolking te helpen. Bij het Israëlische offensief in de Gazastrook, dat woensdag begon, zijn ruim vijftig Palestijnen gedood.

Het Palestijnse kabinet heeft ook een beroep gedaan op het kwartet dat het internationale vredesplan voor het Midden–Oosten heeft opgesteld. Het riep de VN, de Verenigde Staten, de Europese Unie en Rusland op „onmiddellijk in te grijpen om ons volk te beschermen". Zowel Washington als Moskou had Israël vrijdag al opgeroepen terughoudend te zijn met het gebruik van geweld. Die oproep was kennelijk aan dovemansoren gericht.

Israëlische militairen doodden zaterdag zeker negen Palestijnen bij diverse acties in de Gazastrook. Zij schoten volgens getuigen vier activisten dood die met explosieven op hun lichaam probeerden de grens over te komen. Bij een aanval op het vluchtelingenkamp Jabalya in het noorden van de Gazastrook werden ook vier militante Palestijnen doodgeschoten. Een negende Palestijn verloor het leven tijdens een huiszoeking in Rafah.

Het militaire offensief in de Gazastrook is volgens Israëlische media bedoeld om een bufferzone te creëren die moet voorkomen dat vanuit dat gebied afgevuurde raketten Israël nog kunnen bereiken. Ook wordt de ’terreurinfrastuctuur’ aangepakt. De radicale Hamas–beweging heeft echter gezworen raketten te blijven afvuren op Israël, vooral op Ashkelon. Een Hamas–woordvoerder heeft de inwoners van die havenstad opgeroepen hun huizen te verlaten. Een leider van de groepering zei enkele uren later dat Hamas met het afvuren zal stoppen als Israël zijn operatie in Gaza afblaast.