De rechtse activist Bannon wordt gezien als een van de architecten van de verkiezingsoverwinning van Trump in 2016. Hij kreeg daarna een belangrijke adviseurspost in het Witte Huis, waar hij in 2017 weer vertrok.

De autoriteiten arresteerden Bannon en drie medeverdachten op donderdag. Ze zouden honderdduizenden donateurs hebben opgelicht met hun project We Build the Wall (wij bouwen de muur). Justitie zegt dat 25 miljoen dollar (ruim 21 miljoen euro) is opgehaald en grote bedragen zijn verduisterd.

De president benadrukte donderdag daar niets van te weten. Hij zei tegen journalisten dat hij het particuliere grensmuurproject maar niks vond. „Ik zei: dit is iets voor de overheid, niet voor particulieren”, aldus Trump in zijn kantoor in het Witte Huis. „Ik wist niets van de betrokkenheid van Bannon.”

Trump beloofde tijdens zijn verkiezingscampagne zelf ook een muur te bouwen aan de grens met Mexico. Hij zei donderdag dat onder zijn leiding ook een „enorm krachtige muur” is neergezet, die honderden kilometers lang is. Met de „inferieure muur” van We Build the Wall wilde hij naar eigen zeggen niets te maken hebben.

De president zei ook dat hij al lange tijd niets meer te maken heeft met zijn voormalige topadviseur. „Ik vind dit heel treurig voor meneer Bannon”, vertelde Trump, die benadrukte de andere verdachten in de zaak niet te kennen. „Het is treurig. Het is heel treurig.”

Het is niet de eerste keer dat voormalige topmedewerkers van Trump te maken krijgen met justitie. De president reageerde geërgerd toen een journalist hem daarmee confronteerde. „Er was ook veel wetteloosheid in de regering van Obama”, zei hij. „Kijk maar naar alle schandalen. Ze hadden enorm veel wetteloosheid.”