Voormalige oliebaas Mexico beticht oud-president van corruptie
Oud-president Enrique Peña Nieto van Mexico zette de voormalige topman van het Mexicaanse staatsoliebedrijf Pemex aan tot omkoping. Dat heeft Emilio Lozoya, die tussen 2012 en en 2016 aan het roer stond bij het bedrijf, volgens Mexicaanse openbaar aanklagers in een getuigenis verklaard.
Lozoya wordt er zelf van verdacht omgerekend ruim 10 miljoen dollar aan smeergeld te hebben aangenomen van Odebrecht, een Braziliaans bouwbedrijf dat de spil is in een groot corruptieschandaal in Latijns-Amerika. In ruil daarvoor zou Pemex opdrachten aan Odebrecht hebben gegund.
Nu stelt Lozoya dat in ieder geval een deel van de steekpenningen in opdracht van Peña Nieto naar diens campagneteam werden doorgesluisd, zegt openbaar aanklager Alejandro Gertz. Nadat Peña Nieto in 2012 werd verkozen tot president van Mexico zou Lozoya van de regeringsleider opdracht hebben gekregen parlementariërs om te kopen. Die steekpenningen waren bedoeld om volksvertegenwoordigers achter hervormingen te krijgen die de energiesector verder moest openstellen voor private investeerders, en een vernieuwing van de kieswet.
Naast Peña Nieto wees Lozoya ook met de beschuldigende vinger naar de voormalige minister van Financiën Luis Videgaray. Beide politici ontkenden eerder schuldig te zijn aan welke vorm van fraude dan ook.
Het grote corruptieproces tegen Pemex en Lozoya is door de linkse opvolger van Peña Nieto, Andrés Manuel Lopez Obrador, aangeduid als kantelpunt voor de Mexicaanse politiek. Het schandaal rond het staatsoliebedrijf is volgens hem tekenend voor de corruptie waaraan politieke elites onder voorgaande regeringen zich schuldig maken. De Pemex-zaak biedt nu een kans om daarmee af te rekenen.