Toen was het gat met maximaal 29 miljoen vierkante kilometer groter dan ooit. Dit jaar lag de piek van het gat op 24 miljoen vierkante kilometer, maakten Nieuw-Zeelandse wetenschappers vanmorgen bekend.

De ozonlaag in de atmosfeer beschermt de aarde tegen schadelijke zonnestralen die onder meer huidkanker bij mensen kunnen veroorzaken en het klimaat verstoren. De laag, die op circa 15 tot 30 kilometer hoogte ligt, wordt onder andere aangetast door chloorfluorkoolwaterstoffen (cfk’s).

De wetenschappers willen geen conclusies verbinden aan de kleinere omvang van het gat, dat sinds het begin van de jaren ’80 elke winter ontstaat. Weliswaar daalt het aantal schadelijke chemicaliën in de atmosfeer, maar andere factoren (zoals de temperatuur) variëren van jaar tot jaar. „We moeten over een langere termijn kleinere of minder schadelijke ozongaten zien voordat we met zekerheid kunnen zeggen dat ozon zich herstelt”, aldus atmosfeeronderzoeker Stephen Wood.