In Oldekerk klinkt driemaal daags de klok
De klokkenstoel van Oldekerk staat schijnbaar wat verloren en zonder functie in het weidse landschap. Maar iedere dag luidt de klok nog op vaste tijden.
Oldekerk is een dorpje in de Groningse gemeente Westerkwartier. Tot 1990 was het dorp, samen met Niekerk, Faan en wat gehuchten, een zelfstandige gemeente. Nu maakt het deel uit van een grote gemeente met plaatsen als Leek en Marum. Bij het binnenrijden van Oldekerk vanaf Sebaldeburen is op het laatste moment een bordje te zien dat aangeeft dat je linksaf moet om de klokkenstoel te zien. Een kort klinkerpad leidt van de openbare weg naar een ijzeren hekwerk dat piepend opengaat. Tussen het grind groeit onkruid. Het gras op de wierde is hoog opgeschoten. Het lijkt geen plek waar veel mensen nog komen.
Poeren
De wind waait door de open constructie van de klokkenstoel. De hardhouten balken staan stevig verankerd op zes gemetselde stenen funderingspalen, de zogenoemde poeren. De wierde, waarop de klokkenstoel staat, bevat het laatste restant van het metersdikke veenpakket, leert het informatiebord aan de rand van de voormalige begraafplaats. Vanaf de wierde heeft de bezoeker een weids uitzicht over de weilanden rondom Oldekerk.
Rond de twaalfde eeuw stond op de wierde al een kerk. De naam van het dorp verwijst naar deze kerk. Met ruim 20 bij 10 meter was het voor die tijd een fors gebouw. Waarschijnlijk werd de kerk in 1623 afgebroken. De resten van de fundering van de kerk zijn bij een opgraving in 1998 weer zichtbaar gemaakt. Een deel van de kerktoren is goed te herkennen. Met grote keien is de omtrek van de toren, de kerk en het koor aangegeven.
Midden tussen deze funderingsresten staat de klokkenstoel. Rond 1630, kort na de afbraak van de kerk, werd de eerste klokkenstoel gebouwd. In 1837 en 1939 werd de klokkenstoel vervangen.
Klokken
De eerste klok dateerde eveneens uit de zeventiende eeuw en werd gegoten door Nicolaas Sickmans uit Groningen. Het randschrift op de oude klok sloot af met de woorden: ”Soli Deo Gloria.” De historische klok overleefde de Tweede Wereldoorlog niet.
In 1948 goot klokkengieter Van Bergen uit Heiligerlee een nieuwe klok. Het 750 kilo zware gevaarte hangt vanaf die tijd onder het helmdak van de klokkenstoel. Naast de naam van de gieter en het jaartal staat op de klok de tekst: ”Niet de jaren maken den ouderdom”. Onder de tekstrand is een sierrand zichtbaar.
Tijdluiden
Voor de Reformatie werden de klokken vaak geluid als oproep tot gebed. Dit gebeurde drie keer per dag. Tijdens de Reformatie verdween deze gebedsoproep. Verder luidde de klok bij begrafenissen en tijdens kerkelijke plechtigheden.
Naast de religieuze functie vervulde de klok een wereldlijke functie: hij werd geluid bij gevaar en feestelijke gebeurtenissen. In Oldekerk luidt de klok iedere dag om 08.00, 12.00 en 16.00 uur. Dit tijdluiden op vaste momenten bakent de werkdag af en geeft het sein voor het middageten. Het tijdluiden kwam in de plaats van de oproep tot gebed, maar vond vaak op dezelfde momenten plaats.
In 1949 ging de familie Mulder naast de Oldekerker klokkenstoel wonen. Tot in de jaren negentig luidde Wietske Mulder, de vrouw des huizes, iedere dag handmatig de klok. Toen het luiden haar te zwaar werd, kwam er een elektrische installatie in de klokkenstoel.
In het dorp Oldekerk is het rustig op straat. Of hij de klokkenstoel al heeft gezien? De zomers geklede toerist op zijn fiets schudt zijn hoofd. „Maar dan rijd ik er zo wel even langs, ik heb de tijd aan mezelf”, lacht de man.