’Srebrenica–aanklacht niet gebaseerd op onderzoek’
De onschuldige Bosnisch–Servische kolonel Vidoje Blagojevic is alleen maar op basis van zijn functie aangeklaagd wegens genocide na de val van Srebenica, zonder dat enig onderzoek naar zijn persoonlijk handelen is verricht. Dit betoogde Blagojevic’ Amerikaanse advocaat, Michael Karnavas, donderdag aan het begin van zijn slotpleidooi voor het Joegoslavië–Tribunaal.
Blagojevic was op het moment van de feiten, in juli 1995, commandant van de Bosnisch–Servische Bratunac–brigade. In het „gebied van verantwoordelijkheid" van die brigade zijn duizenden moslims vermoord. De VN–aanklagers hadden woensdag in hun requisitoir nog eens beklemtoond dat Blagojevic in het gebied „nr. 3" was, na legerleider generaal Ratko Mladic en korpscommandant generaal Radislav Krstic.
Volgens Karnavas is de aanklacht alleen op basis van die positie uitgevaardigd, zonder de persoonlijke verantwoordelijkheid van Blagojevic te toetsen. Wat de VN–aanklagers hebben gedaan, was „koffiedik kijken", aldus Karnavas.
Volgens de advocaat uit Alaska was er op 11 en 12 juli 1995, bij en daags na de val van Srebrenica, nog geen „genocidaal plan". Het kwam tot de massamoord op duizenden moslims omdat „Mladic kwaad werd". Het kan niet zo zijn dat andere Bosnisch–Servische officieren gestraft worden omdat zij toevallig in de buurt waren, aldus Karnavas.
VN–aanklager Peter McCloskey had woensdag 32 jaar cel geëist voor Blagojevic. Dat zou de op een na hoogte straf zijn die het VN–hof in Den Haag ooit heeft opgelegd inzake ’Srebrenica’, na de 35 jaar voor Krstic.