Waak voor onredelijke reactie op Nederlandse houding in Brussel
De Britse geest is ondanks de brexit nog steeds springlevend in Brussel. Vooral Nederland zou de vroegere „harde lijn” van de Britten doorzetten. Dat leidt tot onbegrip en onredelijke reacties.
Premier Rutte, u lijkt net de Britse oud-premier David Cameron. Iets in die trant zou de Franse president Emmanuel Macron begin deze week uit frustratie op de EU-top hebben uitgeroepen. Rutte en zijn bondgenoten uit Denemarken, Finland, Oostenrijk en Zweden waren niet gemakkelijk over te halen om een pakket van 1824 miljard euro voor een coronaherstelfonds en meerjarenbegroting te steunen. Dat zou Macron aan Cameron hebben herinnerd, die volgens hem „ook altijd moeilijk” deed.
Alles tussen Rutte en zijn Franse collega leek weer koek en ei nadat ze uiteindelijk op dinsdag een akkoord bereikten. Toch dreunden de woorden van Macron en de „Mr. No”-houding van Rutte nog langer door in Brussel. Mark Rutte dreigt de fouten van David Cameron te herhalen, kopte een opiniestuk van de Nederlandse politicoloog Luuk Molthof een dag later op nieuwssite Politico. Molthof waarschuwt in het artikel voor het gevaar van de positie die Rutte inneemt.
De politicoloog komt tot de conclusie dat de uitspraken en keuzes van de premier alleen „op korte termijn resultaten kunnen opleveren en binnenlandse goedkeuring krijgen.” Het gevaar ligt volgens hem echter op de langere termijn: Rutte kan met zijn aanhoudende nee-houding in Brussel in isolatie terechtkomen, waardoor het mogelijk is dat er vrijwel niet meer naar zijn wensen en eisen wordt geluisterd. Daarnaast zou de premier eurosceptici in Nederland aanmoedigen door zelf zich zo uit te spreken tegen plannen vanuit Brussel, meent Molthof. De anti-Europese gevoelens groeien ook alleen maar als Rutte na een hard „nee” toch concessies doet.
Deze bezorgdheid is een redelijke reactie op de gebeurtenissen van de voorgaande dagen. Een kritische analyse moet altijd mogelijk zijn. Toch is er ook een aantal reacties dat niet in dat kamp van redelijkheid valt. De uitspraak die waarschijnlijk de kroon spande, kwam van de Belgische Europarlementariër Guy Verhofstadt. Al tijdens de ruim vierdaagse EU-top was hij klaar met de weerstand van Rutte en zijn kameraden. „Europa is verlamd door de noodzaak van unanimiteit tussen de lidstaten”, twitterde de liberaal. Dat alle lidstaten de kans hadden om het miljardenplan te blokkeren met een veto, stond Verhofstadt niet aan. Conclusie: die unanimiteit moet worden afgeschaft, want „dit is niet hoe de moderne politiek wordt geleid.”
Dat roept de grote vraag op waarom unanimiteit tussen de 27 EU-regeringsleiders niet modern, of democratisch zou zijn. Is dit niet precies het systeem waarin het regeren van het volk –op Europees niveau dus niet alleen door de Duitsers of de Fransen, maar ook de Nederlanders– centraal staat? Nog belangrijker: hoezo is het makkelijker uitsluiten van ‘dwarsliggers’ wél modern?
De unanimiteit laten verdwijnen, tast bovendien precies datgene aan wat volgens critici mede aan de grondslag ligt van de nee-houding van Nederland: laten zien dat het land als één van de grondleggers van het Europese project nog steeds een stem heeft. Een stem waarvan in Den Haag wordt gevreesd dat die gemakkelijker in de zee van meningen van de kleinere EU-lidstaten verdwijnt sinds de EU in 2004 met tien nieuwe lidstaten groeide.