De coronapandemie heeft wereldwijd ongelijkheid blootgelegd en de wereld heeft een „wereldwijde nieuwe deal” nodig om daartegen actie te ondernemen. Die boodschap verkondigde VN-chef Antonio Guterres in de Nelson Mandela-lezing, die hij dit jaar mocht houden. Hij omschreef de pandemie als „een soort röntgenfoto, die breuken aan het licht brengt in het fragiele skelet van de maatschappijen die we hebben opgebouwd”.

In zijn online lezing toonde Guterres zich onder meer zeer kritisch over „de leugen dat vrije markten gezondheidszorg voor iedereen kan verzorgen”, „de fictie dat mantelzorg geen werk is” en „de misvatting dat we in een post-racistische wereld leven”. Hij pleit voor „eerlijke globalisering”, waarin ontwikkelingslanden meer worden gehoord.

De secretaris-generaal hekelt verder de manier waarop de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog zich de afgelopen decennia hebben opgesteld in de internationale arena. Volgens hem hebben zij „geweigerd na te denken over hervormingen die nodig zijn om de machtsbalans in internationale instituties te veranderen”. Daarmee doelde hij bijvoorbeeld op het feit dat in de VN-Veiligheidsraad nog altijd de dienst wordt uitgemaakt door de VS, Rusland, China, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

De Nelson Mandela-lezing wordt jaarlijks gehouden op de geboortedag van de Zuid-Afrikaanse president en strijder tegen apartheid, die in 2013 overleed.