Groen & duurzaamheid

Burgers’ Bush uitgegroeid tot volwassen ecosysteem

Een tropisch regenwoud slaapt nooit. Hoewel er overdag van alles gebeurt in Burgers’ Bush, komt de wildernis ’s avonds pas echt tot leven. Het overdekte oerwoud bij Arnhem is in relatief korte tijd veranderd van een hal met jonge planten, in een complex en verfijnd ecosysteem.

Gert Janssen
13 July 2020 13:56Gewijzigd op 16 November 2020 19:51
Het dak is de ultieme groeilimiet. beeld VidiPhoto
Het dak is de ultieme groeilimiet. beeld VidiPhoto

Het is nu zo’n 32 jaar geleden dat het sensationele en eigenzinnige idee van de in 2004 overleden dierentuineigenaar Antoon van Hooff gestalte kreeg. Burgers’ Zoo startte in 1988 als eerste ter wereld met een overdekt tropisch regenwoud op 1,5 hectare grond. Scepsis alom. Niet alleen de Bush zelf, maar ook de bijbehorende constructie was uniek. Om bezoekers zoveel mogelijk het gevoel te geven dat ze zich in een echt oerwoud bevonden, werd de overkapping met luchtkussens aan pylonen (buiten het gebouw) gehangen. In de hal zelf is geen paal te vinden.

Inmiddels is het Arnhemse woud volwassen geworden, met 1200 soorten planten en bomen, een amfibiesoort, acht reptielensoorten, dertig vogelsoorten, vier zoogdierensoorten en tien vissoorten.

„In alles moesten we pionieren”, vertelt plantenverzorger Tom van den Hurk. Sinds enkele jaren is hij verantwoordelijk voor de botanische verzameling van de Bush. En omdat de Bush op wereldschaal nog steeds geen gelijke heeft gevonden –„we lopen namelijk jaren voor op anderen”– moet in Arnhem regelmatig het ecologische wiel worden uitgevonden. „De natuurlijke situatie wordt zoveel mogelijk nagebootst, maar het blijft natuurlijk mensenwerk.”

Dat betekent dat het altijd ’s nachts ‘regent’ in het oerwoud. Overdag zouden de bezoekers anders nat worden. De hoge luchtvochtigheid en luchtcirculatie, die ’s winters zelfs oploopt tot 100 procent, wordt kunstmatig in stand gehouden, mede met behulp van een waterval.

Dak

Omdat het dak de ultieme groeilimiet is, moeten soms bomen worden verwijderd of gesnoeid. „Bijvoorbeelden palmen en bamboe gaan dwars door de luchtkussens heen. Jaarlijks verwijderen we zo’n 25.000 kilo blad en snoeihout. In één jaar tijd groeit dat ook weer terug. Een deel van de gesnoeide verse takken wordt ook aan de brillangoeren (Aziatische, bladetende apensoort in de Rimba) gevoerd. Deze apen zijn in veel dierenparken lastig te houden, vanwege hun zeer specifieke dieet. Met name in de winter is het voor andere parken lastig om aan vers, liefst tropisch, blad te komen. Met de Bush is dat natuurlijk het hele jaar door vers beschikbaar. Een groot deel van het snoeiafval wordt ook versnipperd en verspreid over de bodem als natuurlijke voeding voor bodem en planten.”

In een zogenoemd primair regenwoud speelt zich het leven vooral bovenin in de bomen af. Om te voorkomen dat bezoekers steeds met een hoofd in de nek moeten rondstruinen, zijn in de Bush bewust open plekken gecreëerd zodat er ook op de bodem een diversiteit aan flora en fauna ontstaat.

Na 32 jaar begeleide groei met vallen en opstaan, heeft Burgers’ Bush inmiddels een overdekt ecodisplay tot stand gebracht waarin dieren en planten elkaar niet alleen beïnvloeden, maar in veel gevallen ook niet meer zonder elkaar kunnen. „Veel botanische tuinen missen de rol van de dieren. Zo wordt de felblauwe jadeliaan hier door vleermuizen bestoven. Vleerhonden distribueren als vruchteneters zaden, waardoor er planten groeien op plekken waar we ze zelf niet hebben neergezet. De muskaatduif verspreidt met zijn uitwerpselen de muskaatboom. Als een soort toegevoegde waarde heeft, dan laten we die staan. Soms moet je ingrijpen om verstikking van bomen te voorkomen. Zoals bij de Chinese Yam of luchtaardappel bijvoorbeeld. Die groeit wel een halve meter per dag.”

Wisselwerking

Voorbeelden van wisselwerking tussen plant en dier zijn legio. Muggen, mieren, kevers, kakkerlakken, wespen en zelfs vogels zorgen voor bestuiving. Vogels bemesten bovendien met hun uitwerpselen de van zichzelf onvruchtbare bodem. Rottende bladeren en planten doen datzelfde. Een netwerk van schimmels geeft nutriënten uit de bodem door aan bomen en planten, zodat er niets verloren gaat.

Vice versa niet minder. Want ook het dierenleven profiteert omgekeerd evenredig van de flora. Zo maakt de schreeuwpiha, een zangvogel uit het Amazonegebied, nesten van de ranken van de passieflora. „Een aantal planten wordt bewoond door groepen mieren, die daarin kamers hebben gemaakt. Ze beschermen vervolgens de plant en voeden de bomen.”

En waar een bepaalde soort de overhand dreigt te krijgen, proberen planten- en dierenverzorgers van het park op biologisch wijze het probleem uit de weg te ruimen door –waar mogelijk– het inzetten van natuurlijke vijanden.

Zelfs van micro-evolutie is sprake doordat dezelfde soort guppies in een voor hen gevaarlijker deel van de Bush lichter van kleur zijn dan op een plek waar ze niets te vrezen hebben. Inmiddels heeft de overdekte attractie de nodige wereldfaam, zelfs zodanig dat het kunstmatig regenwoud regelmatig wordt bezocht door wetenschappers en studenten die daar soms nieuwe plantensoorten en paddestoelen ontdekken. „Voor veel mensen is deze plek het enige tropisch regenwoud dat ze in hun leven zullen zien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer