Blair richt zich vooral op binnenland
In zijn jaarlijkse toespraak tot het Labour-partijcongres heeft de Britse premier Blair dinsdag de loftrompet gestoken over de resultaten van zijn beleid.
Vooral op sociaal-economisch vlak staan de Britten er stukken beter voor dan tijdens de regeringen van Conservatieve signatuur, aldus de regeringsleider. Hij legde in zijn rede vooral de nadruk op ontwikkeling op binnenlands vlak.
Blair begon zijn toespraak echter met het condoleren van de nabestaanden van twee Britse militairen die dinsdag in Irak sneuvelden. Ook stond de premier even stil bij de lotgevallen van de Brit Kenneth Bigley, die in Irak gegijzeld wordt gehouden, en diens familie. „Ze zijn in onze gedachten, in onze gebeden”, verklaarde de Labour-leider.
Zijn bij tijd en wijle komische toespraak, waarin hij geregeld zijn tegenstanders van de Conservatieve Partij op de korrel nam, werd in de derde zin al onderbroken door afgevaardigde Hector Christie. „U heeft bloed aan uw handen”, schreeuwde de tegenstander van de oorlog in Irak. Blair pareerde het protest onmiddellijk: „Het is goed meneer. U kunt uw protest laten klinken. We leven gelukkig in een democratie, zodat u dat kunt.”
Eerder op de dag hadden demonstranten ook al van zich laten horen. Tijdens een demonstratie tegen een dreigend verbod op de vossenjacht hadden ze een aantal dode dieren op straat gedumpt bij het gebouw waar de partij bijeenkwam. Volgens de politie ging het om een paard en twee kalveren. De Countryside Alliance, die de demonstratie had georganiseerd, wijst iedere betrokkenheid bij de macabere actie van de hand.
Honderden leden van de oproerpolitie hielden de betoging scherp in de gaten. De demonstranten bekogelden hen met lege patroonhulzen. Velen hadden hun jachthonden meegenomen en bliezen op fluitjes.
Agenten arresteerden twee activisten.
In zijn rede van dinsdag stond Blair uitgebreid stil bij de vooruitgang die onder Labour in Groot-Brittannië onder meer is geboekt op economisch vlak, in de gezondheidszorg, ten aanzien van de levensstandaard van alle Britten en het onderwijs. De progressieve politicus beloofde op tien punten, waaronder onderwijs, veiligheid, sociale zekerheid en gezondheidszorg, een nog actievere overheid.
Na zijn uitgebreide verhandeling over binnenlandse aangelegenheden, die ongeveer 80 procent van zijn toespraak besloeg, wijdde Blair ook nog enige aandacht aan internationale zaken. Hij stond kort stil bij Irak en gaf toe dat de informatie over massavernietigingswapens in handen van Saddam Hussein fout was. Wel riep hij de Britten ertoe op zijn inspanningen te steunen om Irak te democratiseren. „Ik weet dat deze kwestie het land verdeelt. Ik begrijp helemaal waarom velen het oneens zijn” met het beleid, aldus Blair. „De bewijzen dat Saddam werkelijk biologische en chemische wapens had (…) bleken onjuist te zijn. Ik erken en accepteer dat.”
Blair zei dat hij bereid is excuses aan te bieden voor de verkeerde inschatting dat het bewind van Saddam Hussein over massavernietigingswapens beschikte. Toch „kan ik niet mijn oprechte excuses aanbieden voor het verdrijven van Saddam”, ging hij verder. Blair blijft ervan overtuigd dat ingrijpen in Irak en Afghanistan nodig was. „Democratie daar betekent veiligheid hier. (…) De wereld is een betere plek met Saddam in de gevangenis dan aan de macht.”
De oorlog heeft het vertrouwen in Blairs geloofwaardigheid en oordeel ondermijnd. Zijn persoonlijke populariteit is sterk afgenomen. Vroege critici, die zich verenigden in hun verzet tegen zijn hervormingen, voelen zich gesterkt in hun kritiek op Blairs beleid op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg.