Italië niet bang voor terrorisme
De Rode Brigades hebben woensdag telefonisch de aanslag op de econoom Marco Biagi opgeëist. De belangrijke adviseur van de minister van Werkgelegenheid werd dinsdag voor zijn woning in Bologna door ten minste drie kogels dodelijk getroffen.
Uit onderzoek blijkt dat de kogels afkomstig zijn uit hetzelfde wapen als waarmee drie jaar geleden Massimo D’Antona werd vermoord. Dat verklaarde woensdag Claudio Scajola, de minister van Binnenlandse Zaken. De verantwoordelijkheid voor de aanslag op D’Antona, adviseur van de toenmalige minister van Werkgelegenheid, werd destijds ook opgeëist door de Rode Brigades. Deze linkse terreurgroep pleegde tot eind jaren ’80 van de vorige eeuw politieke aanslagen, waaronder de geruchtmakende ontvoering van en moord op Aldo Moro in 1978. Met de moord op D’Antona verscheen in 1999 een nieuwe groep van Rode Brigades op het toneel. Tiziano Treu, oud-minister van Werkgelegenheid, verklaarde woensdag op de televisie dat zijn ministerie ten tijde van de moord op D’Antona geïnfiltreerd was door leden of sympathisanten van de Rode Brigades. Hij liet in het midden of nog steeds cruciale informatie vanuit het ministerie naar terroristen sijpelt.
Marco Biagi kwam dinsdagavond met de trein vanuit Modena in zijn woonplaats aan en fietste vanaf het station naar huis. Op een beveiligingscamera op het station is volgens de politie te zien dat Biagi door een man wordt gevolgd. Die man heeft de moordenaars in de buurt van Biagi’s woning mogelijk ingeseind dat de hoogleraar arbeidsrecht op komst was. Biagi moest het sinds september vorig jaar doen zonder politiebewaking in Bologna. Voor zijn werk als regeringsadviseur in Rome kreeg hij wel bewaking. De 24-uursbeveiliging werd opgeheven nadat minister Scajola op 15 september de politiebewaking van individuen sterk had ingekrompen, om personeel vrij te maken voor de bewaking van mogelijke doelen die het internationale terrorisme op het oog heeft. Roberto Maroni, de minister waarvoor Biagi werkte, klaagde woensdag dat hij eerder dit jaar tevergeefs Scajola verzocht had om Biagi weer politiebescherming te geven. De minister schoof woensdag de verantwoordelijkheid af naar de prefect van Bologna en die van de steden waar Biagi werkte. De werkwijze van Binnenlandse Zaken wekt des te meer bevreemding in het licht van een publicatie vorige week in het regeringsgetrouwe tijdschrift Panorama. Daarin staat dat de geheime dienst een aanslag verwachtte op een topfiguur die werkzaam is op het terrein van werkgelegenheid of onderwijs. Om de politieke eenheid in Italië niet te verstoren staat de positie van Claudio Scajola voorlopig niet werkelijk ter discussie.
In dat kader moet de oproep van premier Berlusconi worden gezien waarmee hij de sociale partners woensdag aanmoedigde weer plaats te nemen aan de onderhandelingstafel. Eerder waren de vakbonden van het overleg weggelopen nadat de regering groen licht gaf aan een pakket hervormingsmaatregelen, waarbij Marco Biagi de grote man achter de schermen was. De vakbonden zijn met name boos over het voornemen van de regering om een artikel van het werknemersstatuut aan te passen dat de rechten van de werknemer tot in het extreme beschermt.
Dat Berlusconi een handreiking doet aan de vakbonden wil niet zeggen dat hij van plan is water bij de wijn te doen. „De regering is hoe dan ook vastbesloten haar hervormingsplannen door te zetten in de lijn van wat Europa wil.” De grootste vakbond zegt de landelijke demonstratie tegen de hervormingsplannen van zaterdag niet af. Wel is het doel van de demonstratie gewijzigd. Over twee dagen zal ”tegen het terrorisme en voor de democratie en de rechten” worden gedemonstreerd. Woensdag kwamen in het centrum van Bologna ten minste 5000 mensen bij elkaar uit protest tegen de moord op Biagi. Deze manifestatie was georganiseerd door de vakbonden, die de man wilden eren die ondanks alles politiek gezien dicht bij hen stond en in het verleden werkte voor de christelijke vakvereniging. Ook door politiek rechts wordt Biagi geroemd. De rechtse burgemeester van Bologna noemde Biagi „een man van dialoog en ideeën.” Een groot spandoek in de menigte was gericht aan de moordenaars: ”Jullie terroriseren ons niet”. Het spandoek geeft het algemene gevoel weer dat in Italië leeft: verdriet om de moord, maar geen werkelijke angst voor de terugkeer van binnenlandse terreur. Politici zeggen dat het politieke en sociale klimaat van nu niet te vergelijken is met de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw waarin terreurgroepen konden bogen op niet-geringe sympathie vanuit de bevolking.
„Extremisten hebben in Italië geen grote basis van waaruit ze kunnen opereren”, zei minister Frattini woensdag op de televisie. „Een dialoog tussen de sociale partners en de regering is het beste antwoord op deze aanslag.” Piero Fassino, leider van de sociaal-democraten: „Zolang niemand de moord gebruikt om er politieke munt uit te slaan en we eenheid uitstralen, kan terrorisme ons niet werkelijk raken.”