Jimmy Carter bekritiseert kiessysteem in Florida
De Amerikaanse oud-president Jimmy Carter is bang dat de presidentsverkiezing in de Amerikaanse staat Florida even chaotisch zullen verlopen als vier jaar geleden. Hij schreef dat maandag in een ingezonden brief in The Washington Post.
Het tellen van de stemmen in Florida was vier jaar geleden een tragikomedie: twijfel over ponskaarten die wel of niet volledig doorgedrukt waren en stembiljetten die links ingevuld moesten worden voor kandidaten die op de rechterbladzijde stonden en omgekeerd. Verwarring alom die naderhand voor de rechtbanken werd uitgevochten.
Uiteindelijk besliste het federale hooggerechtshof in Washington dat de Republikeinse kandidaat George Bush de verkiezingen in Florida -en daarmee de algemene presidentsverkiezingen- van zijn Democratische rivaal Al Gore had gewonnen met een marge van 537 stemmen.
Florida was niet de enige staat met problemen en de oud-presidenten Jimmy Carter (Democraat) en Gerald Ford (Republikein) werd daarom gevraagd het Amerikaanse kiessysteem door te lichten en aanbevelingen te doen voor verbeteringen. Een werkgroep onder leiding van Carter en Ford kwam met aanbevelingen die in 2002 hun neerslag vonden in nieuwe wetgeving. Maar volgens Carter is er van de concrete uitvoering van de hervormingen nog weinig terechtgekomen, zeker niet in Florida.
Het zogeheten Carter Centrum, dat onder leiding staat van de oud-president, treedt regelmatig op bij omstreden verkiezingen in het buitenland. Carter zegt nu dat criteria die voor zulke verkiezingen worden gehanteerd niet aanwezig zijn in Florida. Er is bijvoorbeeld geen onpartijdig instituut dat de verkiezingen coördineert. De minister van staat die voor de verkiezingen verantwoordelijk is, was in 2000 Katherine Harris, die tegelijkertijd vice-voorzitter was van het verkiezingsteam voor kandidaat Bush. Harris is intussen opgevolgd door Glenda Hood, die volgens Carter even partijdig is als Harris. Een constatering die de laatste maandag ten stelligste bestreed.
Er bestaat volgens Carter evenmin uniformiteit in stemprocedures in alle districten van Florida. Verder heeft de staat een lijst opgesteld van oud-gevangenen die niet mogen stemmen. Nadat die lijst per ongeluk bekend was geworden bleken daar ten onrechte 22.000 Afro-Amerikanen op te staan (die in meerderheid Democratisch stemmen) en 61 Latino’s (die in meerderheid Republikeins stemmen). Carter vindt het „begrijpelijk” dat gouverneur Jep Bush hoopt dat zijn broer in november opnieuw wint, maar hij vindt het tevens „schandalig” dat de gouverneur er na het „debacle” van vier jaar geleden niet voor gezorgd heeft dat het kiessysteem in Florida werd gemoderniseerd. De oud-president roept daarom op tot een „maximaal toezicht” van het publiek om ervoor te zorgen dat de verkiezing in Florida ditmaal zo eerlijk mogelijk verloopt.