Bisschoppen Italië tegen lhbt-wet
De Italiaanse Bisschoppenconferentie vreest dat een wet die discriminatie tegen lhbt’ers strafbaar maakt, de vrijheid van meningsuiting aantast.
Woensdag stemt het Italiaanse parlement over een wet die discriminatie van homo’s, lesbiennes, bi- en transseksuelen –kortweg lhbt’ers– strafbaar stelt. De Italiaanse Bisschoppenconferentie is tegen het voorstel. „Er is geen behoefte aan een nieuwe wet. Integendeel, de mogelijke invoering van nog meer regelgeving zou het risico met zich meebrengen dat de vrijheid wordt beperkt.” Zo staat het in een nota van de bisschoppen van twee weken geleden.
De bestaande discriminatiewetgeving is gebaseerd op een wet uit 1975 en een uit 1993, die discriminatie op basis van persoonlijke kenmerken zoals nationaliteit, etnische afkomst en geloofsovertuiging strafbaar stellen. Volgens de bisschoppen zijn die wetten voldoende om ook discriminatie op basis van geslacht, seksuele geaardheid en genderidentiteit aan te pakken. De Bisschoppenconferentie is bang dat in de toekomst „degenen die zeggen dat het gezin een vader en een moeder nodig heeft en niet twee ouders van dezelfde sekse, strafbaar zijn. Het zou neerkomen op het strafbaar stellen van de vrijheid van meningsuiting.”
Volgens L’Espresso, een links tijdschrift dat de tekst van het wetsvoorstel heeft gepubliceerd, is de bisschoppelijke vrees ongegrond. De vrijheid van meningsuiting laat negatieve oordelen hoe dan ook toe, meent het tijdschrift.
Maar L’Avvenire, het dagblad van de Bisschoppenconferentie, is er niet gerust op. Het ligt er maar aan hoe rechters de wet interpreteren, schrijft het dagblad. Het blad noemt een aantal voorbeelden uit landen met een soortgelijke wetgeving, zoals Spanje. „In februari 2014 werd de aartsbisschop-emeritus van Pamplona aangeklaagd wegens homofobie na een interview in een lokaal blad, waarin hij zegt dat seksualiteit is gericht op voortplanting en dat binnen een homoseksuele relatie een dergelijk doel is uitgesloten.”
Aan de antidiscriminatiewet is 24 jaar gewerkt. In 1996 werd het eerste wetsvoorstel voor de specifieke bescherming van lhbt’ers ingediend, maar kreeg niet voldoende steun van het parlement. De wet die deze week wordt ingebracht is een initiatief van Alessandro Zan, een voorstrijder van lhbt-rechten en parlementariër voor de centrum-linkse Democratische Partij. De Democratische Partij en coalitiepartner Vijfsterrenbeweging hebben een ruime meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Als deze partijen eensgezind stemmen is de wet woensdagavond een feit.
De wet moet daarna door de Senaat worden goedgekeurd. Daar heeft de coalitie echter slechts een kleine meerderheid. De Senaat heeft bovendien de middelen om wetten op te houden. Een soortgelijke antidisciminatiewet werd in 2013 door het Huis van Afgevaardigden aangenomen, maar kwam door politieke obstructie van senatoren niet meer op de agenda van de Senaat.