Jongeren roken en drinken niet langer minder dan voorgaande jaren
Jongeren zijn voor het eerst in jaren niet minder gaan roken en drinken. Dat blijkt uit onderzoek van het Trimbos-instituut onder leerlingen van basisscholen en middelbare scholen.
Het Trimbos-instituut heeft eind vorig jaar ruim 6000 leerlingen van 110 middelbare scholen en bijna 1800 leerlingen van 46 basisscholen gevraagd naar hun ervaringen met verslavende middelen. De GGD’en en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) deden onderzoek onder ruim 170.000 leerlingen in klassen 2 en 4 van middelbare scholen.
Het roken onder jongeren nam jarenlang af, maar de daling is nu gestopt. Van alle scholieren van 12 tot en met 16 jaar heeft 17 procent weleens een sigaret gerookt. Dat is evenveel als twee jaar eerder. Ook het alcoholgebruik daalt niet meer. In 2003 had 84 procent van alle 12- tot 16-jarigen alcohol gedronken, in 2015 was het gedaald naar 44 procent. Inmiddels is het gestegen naar 47 procent.
Voorlichting
Volgens Karin Monshouwer, onderzoeker bij het Trimbos-instituut, zit het gebruik van alcohol „diep in de cultuur.” De eerdere daling verklaart ze met de voorlichting die vanaf 2000 aan ouders is gegeven. In de jongere leeftijdsgroepen is het alcoholgebruik namelijk wel een stuk lager; terwijl de 15- en 16-jarigen „blijven hangen.”
In het onderzoek waarschuwt het Trimbos-instituut, die de afvlakking „zorgelijk” noemt, ook voor relatief nieuwe middelen als lachgas en alcoholvrije drankjes. Zo heeft een opmerkelijk hoog percentage scholieren (40 procent) op het basisonderwijs al alcoholvrije dranken gedronken; 10 procent van de jongeren heeft ooit in zijn leven lachgas gebruikt. „Aan lachgas kleven behoorlijke gezondheidsrisico’s”, zegt Monshouwer. Alcoholvrije drankjes zouden de drempel naar alcoholhoudende drank verlagen.
Uit het onderzoek van de GGD’en bleek dat er duidelijke regionale verschillen zijn in middelengebruik. Jongeren in plattelandsgemeenten gebruiken bijvoorbeeld meer alcohol dan leeftijdsgenoten in stedelijke gebieden. In regio’s als West-Brabant, Friesland en Twente komt bingedrinken voor: overmatig veel alcohol drinken.
Cohesie
Volgens Lars Zwerink, preventiemedewerker bij de gemeente Rijssen-Holten, vindt dat drankgebruik voornamelijk plaats in drankketen. Desondanks ziet hij ook in zijn regio de dalende trend van de afgelopen jaren. „Kijk naar schoolpleinen of op verjaardagen. Waar eerst het gros nog rookte, is dat nu nog maar een enkeling.”
Fernand Dijkgraaf, als straathoekwerker in de gemeente Nunspeet veel onder de jongeren, denkt dat drinken en roken te maken hebben met sociale cohesie die in dorpen meer dan in steden aanwezig is. „Het nadeel is dat daar vaak drank bij hoort.”
Uit het Trimbos-onderzoek bleek dat een kwart van de jongeren via hun ouders drank krijgt; 5 procent laat rookwaar door zijn ouders kopen. Dijkgraaf herkent dit. „Ik ken ouders die een pakje shag voor hun zoon halen, in de hoop dat hij dan niet aan de drugs gaat.”
De grootste winst in preventie ligt volgens Dijkgraaf dan ook bij ouders. „Als je uit je werk om vier uur ’s middags een fles bier opentrekt, is het logisch dat je kind ook makkelijk naar alcohol grijpt.” Volgens Zwerink kan de gemeentelijke en landelijke overheid wel helpen in de preventie, door kaders en regels te stellen.