Atoommachten India en China op de vuist in het Himalayagebergte
Nu China naarbuiten toe ambitieuzer wordt, begint het al jaren voortetterende grensconflict met India riskante trekken te krijgen. Legers van de twee atoommachten gingen elkaar onlangs met staven en stokken te lijf.
Op de vijftiende juni is geen schot gelost, toch moet het gruwelijk zijn geweest wat er die dag gebeurde langs de grens tussen India en China, op ruim 4000 meter hoogte in de Himalaya. Ongewapende Indiase militairen stuitten er op een groep evenzo onbewapende Chinese soldaten, en wat volgde waren bloedige man-tot-mangevechten. Over en weer werd geslagen met staven en stokken, die volgestopt met uit stekende spijkers of omwikkeld met prikkeldraad werkten als dodelijke martelwerktuigen.
Aan het eind van de dag konden de manschappen aan beide zijden de balans opmaken: aan Indiase kant waren twintig doden te betreuren, aan Chinese zijde zouden ruim veertig doden en gewonden zijn gevallen (officieel is er vanuit Peking niets gemeld over slachtoffers.)
Het rommelde al langer in het hooggebergte en confrontaties tussen de grenstroepen van de twee buurlanden waren er al eerder. Zo waren er begin mei meldingen van schermutselingen op andere locaties langs de grens, en commandanten van beide legers waren koortsachtig bezig geweest om de zaak te sussen toen het op die vijftiende juni toch weer misging. ‘Plaats delict’: het Galwan-dal, dat in het oostelijk deel van het Indiase Ladakh-district ligt en grenst aan het Chinese Aksai Chin, in het westelijk deel van de Himalaya.
Ladakh is een van de locaties in het Himalayagebergte waar Indiase en Chinese troepen elkaar beloeren omdat er onenigheid is over wie wat mag bezitten. De twee landen hebben een gemeenschappelijke grens van zo’n 3500 kilometer, maar wat daar nu precies Indiaas en wat Chinees is, daarover wordt al tientallen jaren geruzied, en af en toe zelfs zwaar gevochten.
Op Chinese en Indiase landkaarten is de grens voorzichtig met potlood ingetekend en om toch vooral aan te geven dat daarvan niets officieel vaststaat, heet hij ”Line of Actual Control” (LAC, Markering van Feitelijke Bezetting). Aan de westkant ruzieën de twee om het oostelijk deel van Ladakh – dat is het gebied waar op 15 juni werd gevochten: China zou daar het Galwan-dal willen innemen. Ergens halverwege de grens, ter hoogte van het Indiase Sikkim, ligt een ander pijnpunt, en in het uiterste oosten bevindt zich de Indiase deelstaat Arunachal Pradesh, maar op Chinese kaarten staat het als ”zuidelijk Tibet” ingetekend.
Toen de twee landen heuse nationale staten werden –India in 1947 en de Chinese Volksrepubliek in 1949– kwam er steeds meer spanning op de getrokken lijnen, en dat leidde in 1962 tot een korte grensoorlog, met duizenden doden tot gevolg. Daarna waren er nog bloedige confrontaties in 1967 en 1975.
Pas in de jaren 90 kwam er wat meer ontspanning in de ogen van elkaar beloerende soldaten en mogelijk kwam dat doordat New Delhi, maar vooral Peking andere zorgen hadden. Een daarvan was het in goede banen leiden van een stormachtige economische ontwikkeling.
Nu China onder president Xi Jinping meer naarbuiten treedt en onder de naam van ”Nieuwe Zijde Route” zelfs een ambitieus handelsnetwerk over land en zee uitrolt, heeft dat gevolgen voor de buren. Zo legt China voortvarend autowegen aan en enkele daarvan raken het zuidelijk grensgebied met India. Als in dat netwerk ook nog eens India’s aartsvijand Pakistan wordt opgenomen, werkt dat extra op de zenuwen van de Indiase premier Modi.
Chinese ambities leidden in 2019 tot 660 grensincidenten, meldde de Indiase denktank Observer Research Foundation (ORF), eerder dit jaar. Daarmee was dat aantal met 50 procent gestegen in vergelijking met 2018.
De grensconflicten lijken ook steeds moeizamer oplosbaar. Zowel de Indiase premier Modi als de Chinese president Xi presenteert zich als sterke leider, die nationale trots hoog in hun vaandel heeft. Dan laat je je niet inpakken als het om grensconflicten gaat.
Er staat ook veel op het spel. We hebben niet met ministaatjes van doen, maar met twee reuzen, elk met een bevolking van meer dan 1 miljard mensen. Het zijn ook nog eens staten met kernwapens. Dat laatste helpt mogelijk om etterende conflicten niet te laten escaleren, vanwege het te hoge risico. Mogelijk ook nuttig zijn de economische banden tussen de twee. Zo is China India’s op één na grootste handelspartner en investeerde er voor zo’n 26 miljard dollar.