‘Europese privacy-wet voldoet maar handhaving moet beter’
De twee jaar geleden ingevoerde Europese privacy-wet voldoet aan de doelstelling om de gegevens van burgers te beschermen maar er moeten nog wat onvolkomenheden worden weggewerkt. Zo is er meer eenheid in de toepassing van de zogeheten Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in de lidstaten nodig en kan de handhaving beter, stelt de Europese Commissie in haar eerste evaluatierapport over de wet.
Volgens vicevoorzitter Vera Jourova is Europa’s beleid op het gebied van databescherming „een perfect voorbeeld van hoe burgers en bedrijven in staat worden gesteld het beste te halen uit de digitale revolutie”. De wetgeving verplicht overheden, bedrijven en andere organisaties aan te tonen welke persoonsgegevens ze verzamelen en hoe die worden gebruikt en beveiligd. Consumenten kunnen bij hun nationale Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aan de bel trekken als ze hierover klachten hebben, en de AP kan boetes uitdelen als bedrijven of overheden zich niet aan de regels houden.
EU-commissaris Didier Reynders (Justitie) noemt de AVG een „referentiepunt” voor landen in de hele wereld maar „het is belangrijk voor burgers en vooral kleinere bedrijven dat de regels overal in de EU hetzelfde worden toegepast. We moeten ook zeker weten dat burgers overal volledig van hun rechten gebruik kunnen maken.”
In de EU zegt 69 procent van de bevolking (ouder dan 16 jaar) van de verordening af te weten, en 71 procent weet wie de nationale autoriteit is. Europarlementariër Jeroen Lenaers (CDA): „Het is sowieso bijzonder dat deze wet nu al de bekendste Europese wetgeving ooit zou kunnen zijn, binnen én buiten Europa. Het laat zien dat de EU op het gebied van databescherming en privacy kilometers ver vooroploopt op de rest van de wereld.”
Maar er is met de handhaving nog duidelijk werk aan de winkel, stelt hij. „Veel nationale Autoriteiten Persoonsgegevens pleiten voor meer staf en middelen om de handhaving goed te kunnen doen. Ongewenste bijwerking van de AVG is dat veel data-experts bij overheden zijn vertrokken en een beter betaalde baan in de zakenwereld hebben gevonden.”
Ook Sophie in ’t Veld (D66) wijst op het tekort aan middelen: „Gezamenlijk hebben de privacy-waakhonden in de EU een budget van 325 miljoen euro per jaar. Dat staat gelijk aan de Europese omzet van Facebook in nog geen acht dagen.” Nergens ter wereld hebben burgers zoveel zeggenschap over hun privacy als in Europa, meent ze. „Persoonsgegevens zijn echter veel geld waard. Grote techbedrijven gaan niet zelden over de schreef om deze felbegeerde gegevens te bemachtigen. Daarop moet veel steviger gehandhaafd worden.”