De minister, die het onderzoeksrapport woensdag aan het parlement presenteerde, zei dat de piloten niet „gefocust” waren omdat zij discussieerden over de coronapandemie. Dat gebeurde tijdens de eerste landingspoging, terwijl de piloten de automatische piloot hadden uitgeschakeld. De minister noemde de piloten „te zelfverzekerd”, waaraan hij toevoegde dat het vliegtuig twee keer zo hoog vloog als normaal bij het inzetten van de landing.

Daarop negeerden de piloten en de luchtverkeersleiding de standaardprocedures, wat leidde tot een noodlandingspoging. Toen die moest worden afgebroken, raakten de motoren van het vliegtuig zodanig beschadigd, dat het toestel bij een tweede landingspoging neerstortte. Het vliegtuig was „100 procent in orde” voor het opsteeg, verklaarde de bewindsman.

Het onderzoek naar de crash is uitgevoerd door de Pakistaanse Autoriteiten, Franse overheidsfunctionarissen en experts uit de luchtvaartsector. Zij hebben data geanalyseerd en de opnames uit de cockpit van het ramptoestel beluisterd.

De Airbus A320 van Pakistan International Airlines stortte op 22 mei neer in een woonwijk in de miljoenenstad Karachi, waarbij zo’n 29 huizen beschadigd raakten. De vliegramp was de ergste in Pakistan in acht jaar. Slechts twee van de 99 inzittenden overleefden de crash. Het vliegtuig was opgestegen in Lahore, zo’n 1200 kilometer ten noordoosten van de uiteindelijke rampplek. Veel van de inzittenden waren op weg naar familie om de volgende dag samen het Suikerfeest te vieren.

Pakistan heeft een slechte reputatie op het gebied van vliegveiligheid. Bij de dodelijkste crash ooit in het land in 2010 kwamen 152 personen om. In 2016 vloog een toestel van Pakistan International Airlines in brand nadat een van de twee motoren was uitgevallen, met veertig doden tot gevolg. In 2013 werd een Pakistaanse piloot in het Verenigd Koninkrijk aangehouden omdat hij dronken was.