CDU blijft grootste na deelstaatverkiezingen
De CDU is ondanks verliezen zondag bij de lokale verkiezingen in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen opnieuw als grootste uit de bus gekomen. De christen-democraten kregen volgens de voorlopige einduitslagen 43,4 procent van de stemmen, tegen 50,3 procent in 1999. Net als bij recente deelstaatverkiezingen in Saksen en Brandenburg was er ook winst voor extreem rechts.
De sociaal-democratische SPD verloor ten opzichte van vijf jaar geleden ruim 2 procentpunten en komt op 31,7 procent. De Groenen kregen de steun van 10,3 procent van de kiezers, een winst van 3 procentpunten. De liberale FDP komt op 6,8 procent, tegen 4,3 procent in 1999.
Vooraf gaven peilingen aan dat de SPD van bondskanselier Schröder een licht verlies zou lijden. Schröder zal de resultaten als succes beoordelen, na een reeks dramatische uitslagen voor zijn partij, die op weerstand stuit met haar hervormingsplannen.
SPD-voorman Harald Schartau in Noord-Rijnland-Westfalen gaf gisteren blijk van zijn tevredenheid. „De SPD heeft zich gestabiliseerd, de CDU heeft verloren.” Ondanks het verlies noemde CDU-voorman Jürgen Rüttgers de uitslag uitstekend. „Volgend jaar is het gedaan met rood-groen in Düsseldorf”, nam hij een voorschot op de verkiezingen voor het deelstaatparlement in mei.
In Keulen, de grootste stad van Noord-Rijnland-Westfalen, moest de CDU een grote klap verwerken. De partij kreeg 32,7 procent van de stemmen, 12,5 procentpunten minder dan vijf jaar geleden. Het verlies betekent dat de coalitie tussen CDU en de Groenen in de stad niet kan worden voortgezet. De SPD won in Keulen een halve procentpunt en volgt de CDU met 30,9 procent.
Ook extreem rechtse partijen kwamen in enkele steden en districten in de raad. In Keulen kreeg het uiterst rechtse Pro Köln ruim 4 procent van de stemmen. In Dortmund steunde 3,4 procent van de kiesgerechtigden de rechts extremistische DVU.
In de deelstaat met de grootste bevolking van de Bondsrepubliek konden kiezers hun stem uitbrengen voor nieuwe gemeenteraden, burgemeesters en districtsraden. Van de 18 miljoen inwoners zijn er ongeveer 14 miljoen kiesgerechtigd, onder wie 540.000 buitenlanders uit de Europese Unie. De opkomst lag rond de 54,5 procent.
De verkiezingen in de deelstaat die aan Nederland grenst, golden als barometer voor de landelijke politiek. Bij de gemeenteraadsverkiezingen was er geen kiesdrempel van 5 procent, waardoor ook kleine partijen een kans hadden zetels te veroveren.