Binnenland

„Vink meest aansprakelijk in zandkwestie”

De getuigenverhoren over de Barneveldse zandkwestie geven waarschijnlijk voldoende aanknopingspunten voor een rechtszaak.

Jan Kas
16 June 2020 22:01Gewijzigd op 16 November 2020 19:35
beeld RD, Henk Visscher.
beeld RD, Henk Visscher.

„Er is niet conform de regels gehandeld. Dat is nu wel genoeg bevestigd”, aldus advocaat Olivier van Hardenbroek.

Voor de rechtbank in Arnhem had dinsdag de tweede serie van vijf verhoren plaats, op verzoek van de Stichting Bewonersbelang Onderzoek Bouwgrond. „Met de nodige slagen om de arm, omdat ik eerst de verhoren met de stichting wil evalueren, maar zandleverancier Vink uit Barneveld lijkt mij het meest aansprakelijk”, reageerde Van Hardenbroek.

Een belangrijk gegeven voor de advocaat is dat in de verhoren „niets is afgedaan” van de bevindingen in een rapport van de Gelderse Omgevingsdiensten over de verwerking van grond bij Vink. Op basis van dat document meldde onderzoeksprogramma Zembla in november 2018 dat woonwijken in Barneveld mogelijk waren gebouwd op vervuild zand. De verontreiniging viel mee, zo wees onderzoek uit. Slechts op een plek werd de giftige stof styreen aangetroffen.

Richard Coenders, bestuurslid van de stichting, is toch niet gerust. „Over de herkomst van de omstreden partij grond weten we nog nauwelijks iets.” De bij de stichting aangesloten bewoners willen financiële genoegdoening.

Laboratorium

De verhoren spitsten zich dinsdag toe op de uitgevoerde keuringen. Bij de eerste keuring van de partij van circa 10.000 ton –volgens het protocol voor vervuilde grond– werd een hoge concentratie styreen geconstateerd. De grond, die bij Vink was gereinigd, was daardoor „niet toepasbaar”, aldus het rapport van de omgevingsdiensten.

Vink had het zand opnieuw moeten reinigen of moeten afvoeren. Het bedrijf achtte de uitslag van het laboratorium niet betrouwbaar. De „grote uitschieter” voor styreen was niet verwacht. Vink gaf daarom keuringsbureau Certicon uit Ede opdracht voor een herkeuring volgens een ander protocol. Toen bleek de grond wel geschikt voor woonwijken.

„Het was een niet echt gebruikelijk verzoek dat Vink deed”, erkende teamleider Gerard Michelsen van Certicon. „Voor ons eigen keuringsprotocol maakte het niets uit welk protocol werd toegepast. Vink is voor beide protocollen gecertificeerd. We gingen ervan uit dat het bedrijf wel zou weten wat er binnen die protocollen mogelijk is.”

Het protocol van de herkeuring blijkt niet te mogen worden gehanteerd voor het keuren van grond die is gereinigd volgens de methode die Vink gebruikte. „Destijds was mij dat niet bekend”, aldus Michelsen.

Ook rapporteur Jan Westerink van de omgevingsdiensten werd dinsdag gehoord. Zijn onderzoek richtte zich op de administratie bij Vink. „Boven dit dossier hangt een zweem van twijfel. Sterke twijfels zelfs. Bij een rondleiding vond ik het terrein van de grondbank niet erg ordentelijk ingericht. Mede daardoor hield ik ernstig rekening met het scenario dat de administratie achteraf sluitend werd gemaakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer