President Bush en Iraakse premier positief over Irak
De Amerikaanse president Bush en de Iraakse interim-premier Iyad Allawi hebben zich donderdag positief getoond over de ontwikkelingen in Irak, ook al erkende de president dat het geweld in de aanloop naar de verkiezingen in januari nog kan toenemen.
Allawi dankte Amerika voor de „bevrijding” van Irak en verzekerde zijn toehoorders tijdens een gezamenlijke vergadering van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat dat de verkiezingen volgens plan zouden doorgaan, „al zullen ze misschien niet perfect verlopen.”
Later na zijn ontmoeting met president Bush zei Allawi dat van de achttien Iraakse provincies er veertien tot vijftien „volkomen veilig” zijn. Daar zouden de verkiezingen sowieso doorgaan. Militaire bronnen in Washington zetten vraagtekens bij dit getal. Volgens een woordvoerder van het Pentagon (ministerie van Defensie) is het al mooi als de verkiezingen kunnen doorgaan in de helft van het totale aantal provincies. Minister van Defensie Donald Rumsfeld erkende donderdag tijdens een hoorzitting van de defensiecommissie van de Senaat de mogelijkheid van „beperkte verkiezingen.”
De verklaringen van president Bush en interim-premier Allawi waren niet los te zien van de geëmotioneerde discussie in de Amerikaanse verkiezingscampagne over Irak. Democratisch presidentskandidaat John Kerry beschuldigde Allawi ervan een wel erg optimistisch beeld te schetsen. De bewering van Allawi dat de rebellen in Irak in het defensief gedrongen zijn, is volgens Kerry moeilijk te rijmen met Allawi’s bewering van enkele dagen geleden dat buitenlandse strijders momenteel Irak „binnenstromen.” Even later beschuldigde vice-president Dick Cheney Kerry ervan „weinig respect” te tonen tegenover de Iraakse regeringsleider.
Bush benadrukte dat Irak op weg is naar een democratische toekomst, „al loopt niet alles altijd even vlot.” Later op de dag herhaalde hij tijdens een campagnestop in Maine „dat wij niet zullen aarzelen en niet zullen terugdeinzen voor geweld.” Hij betichte zijn opponent Kerry ervan „verwarrende signalen” af te geven, die het verzet in Irak zouden kunnen aanmoedigen. Kerry beschuldigde op zijn beurt de president ervan „in een droomwereld” te leven en de Amerikaanse bevolking te misleiden over de werkelijke toestand in Irak. Hij verwees naar een Amerikaans inlichtingenrapport dat vorige week weinig optimistisch was over de toekomst van Irak.
Irak lijkt een centraal thema te worden in de huidige verkiezingsstrijd. Vandaar de hevige woordenwisselingen die bijna dagelijks plaatsvinden tussen Bush en Kerry. Beide kandidaten ontmoeten elkaar volgende week donderdag voor hun eerste tv-debat. Dan komt ook het buitenlands en veiligheidsbeleid aan de orde. Waarnemers verwachten een forse confrontatie tussen beide kandidaten met name over Irak. Volgens de regering vormt de invasie van Irak een essentieel onderdeel van de strijd tegen het terrorisme. Kerry denkt daar anders over. Volgens hem heeft de invasie Irak juist tot een haard van terreur gemaakt, waardoor Amerika en zijn bondgenoten minder veilig zijn dan voorheen.