Cel- en taakstraffen geëist om ingegraven wietkwekerij
Tegen zeven verdachten zijn voor de rechtbank in Assen cel- en taakstraffen geëist voor betrokkenheid bij een wietkwekerij die was verborgen in een ingegraven zeecontainer op een boerderij in het Drentse dorpje De Kiel.
De politie had de kwekerij gevonden na een tip. De container was ingegraven onder een vrijstaande loods bij de boerderij en was bereikbaar via een luik en een trap. In de container waren zes kweekruimtes ingericht, die waren verbonden met een centrale regelruimte.
De 63-jarige boer heeft toegegeven dat hij vijf jaar geleden toestemming gaf voor het ingraven van de container, omdat hij in geldnood zat. Het Openbaar Ministerie beschouwt drie mannen uit Emmer-Compascuum (45), Emmen (47) en Den Haag (36) als hoofdverdachten. Tegen hen zijn celstraffen van negen maanden geëist.
Het OM denkt dat er negen keer is geoogst en dat dat bijna 1,5 miljoen euro heeft opgeleverd. Daarom vordert de officier van justitie 1,3 miljoen van de verdachten aan crimineel verkregen winst, na aftrek van de kosten die waarschijnlijk zijn gemaakt.
De boer moet volgens het OM 20.000 euro betalen en tweehonderd uur werkstraf doen. Zijn zoon, die zou hebben geholpen met het ingraven van de container, moet een boete betalen voor heling. Tegen een verdachte wietknipper is zestig uur taakstraf geëist. De officier vroeg vrijspraak voor een timmerman die in de loods boven de kwekerij werkte, omdat niet bewezen kon worden dat hij daarmee te maken had.
De rechtbank doet op 16 juni uitspraak.