Niet alleen landen als Italië, Spanje en Portugal worden bedreigd, maar ook delen van Centraal-Europa en zelfs het noorden van Europa, zei Lenarčič op basis van analyses van nationale autoriteiten. „We schatten de risico’s door branden hoog in.”

De commissaris gaf een persconferentie over het het voorstel om de rampenbestrijdingsdienst van de Europese Unie (RescEU) uit te breiden. De dienst moet zorgen voor meer slagvaardigheid bij het bestrijden van bosbranden, aardbevingen, overstromingen en andere rampen. De commissie stelt voor het budget voor dit EU-mechanisme voor civiele bescherming de komende 7 jaar met 2 miljard euro uit te breiden tot 3,1 miljard.

RescEU is een gezamenlijke reservepool voor onder meer blusvliegtuigen, helikopters, boten, waterpompen, veldhospitalen en medische teams. Die kunnen op verzoek van een getroffen land worden ingezet, ook in IJsland, Noorwegen, Servië, Macedonië, Montenegro en Turkije.

Sinds maart wordt ook een reservevoorraad medische hulpgoederen aangelegd. Het gaat vooral om mondkapjes. De coronapandemie heeft uitgewezen dat lidstaten het niet alleen konden bolwerken, toen dit voorjaar een hulpvraag van Italië onbeantwoord bleef. De voorraad van RescEU wordt alleen aangesproken als andere lidstaten een getroffen land geen hulp kunnen bieden, benadrukte Lenarčič. De Europese Commissie bepaalt op basis van analyses waar de nood het hoogst is. Daar wordt het materiaal vervolgens heen gestuurd.