Getuige van historisch moment: een rustige Heilige Grafkerk
Het lijkt alsof Jeruzalem eindelijk aan haar rust toekomt; mensen zijn vrijwel nergens te bekennen. Ook niet op de belangrijkste heilige plaats van het christendom: de Heilige Grafkerk.
De ondergaande zon plaatst de kerken, kloosters, winkeltjes en cafés in een zacht goud-oranje licht. De donkerrode, lichtgrijze en turquoise metalen deuren van de winkels en restaurants zijn gesloten. De stoelen bij de terrasjes staan opgestapeld. Slechts hier en daar is een kruidenier open.
Wat deze avond ontbreekt, zijn de pelgrims die achter hun gidsen aanlopen en de stemmen van de kooplui die hun vragen in het Engels toeroepen als: „Waar komt u vandaan, mijn vriend?” of „wilt u mijn winkel zien?”
Voor de deur van de belangrijkste heilige plaats van het christendom, de Heilige Grafkerk, staan hekken om de menigtes in twee groepen te splitsen: zij die komen en zij die vertrekken. Maar waar zijn de mensen? Slechts een jonge vrouw in een rode jas verlaat de kerk.
Op het basement van een zuil achter de deur staat de reinigingszeep in het kader van de strijd tegen het coronavirus. In de kerk zelf blijft de Grafkapel onverlicht. Kaarsen en lampen beschijnen het gezicht van een jonge priester in een lang zwart gewaad. „Het graf is gesloten”, zegt hij. „Misschien gaat het volgende week weer open.”
Twee Grieks-orthodoxe priesters voeren een discussie, waarbij de ene de handen telkens omhoog zwaait. Dan komt er nog een man binnen, om neer te knielen bij de steen van de zalving. Ik besef dat ik hier getuige ben van een historisch moment. Nog nooit eerder heb ik deze eeuwenoude kerk zo rustig gezien en waren de straatjes in de christelijke wijk van de Oude Stad zo verlaten. Het lijkt alsof de stad eindelijk aan haar rust toekomt.
Alleen in de buurt van de Damascuspoort in de islamitische wijk zijn de meeste winkeltjes open. Slechts enkelen dragen een mondkapje en weinigen houden voldoende afstand van elkaar. Maar zo druk als vroeger is het hier nog lang niet.
In de Oude Stad en elders in Jeruzalem mogen synagogen, kerken en moskeeën sinds enkele dagen weer open. Wel gelden afstandsrestricties en de plicht om een mondkapje dragen. Moslims hebben net het Suikerfeest achter de rug, een feest dat het einde van de vastenmaand ramadan markeert. Westerse kerken vieren zondag Pinksteren, oosterse kerken een week later. Christenen blijven ook de kans houden de diensten thuis te volgen.
Joden vierden van donderdagavond tot vrijdagavond het Wekenfeest, of Sjavoeot in het Hebreeuws. Het feest leek dit jaar een speciale betekenis te hebben. Dit valt zeven weken na de tweede dag van Pesach, het Joodse Pasen. Volgens traditie ontvingen Joden op deze dag de geboden. Sjavoeot is ook een oogstfeest. De kibboetsim nodigen het publiek uit om de landbouwproducten te zien. Dit is precies in de periode van het jaar dat de zaadjes door de lucht vliegen en mensen last hebben van hooikoorts.
Bij het Wekenfeest lezen Joden het boek Ruth. Zij was de schoondochter van Naomi, die economische en sociale diepten kende. Ze verloor haar man, zonen en haar financiële zekerheid. Maar ze behield haar geloof. Dankzij schoondochter Ruth kon ze opklimmen uit het dal; haar bestaan werd weer opgebouwd. Het verhaal van Naomi spreekt van een belofte: na neergang komt opgang.