Britse gijzelaar richt smeekbede aan Blair
Op een islamitische website zijn woensdag beelden verschenen van een man die zegt de in Irak ontvoerde Brit Kenneth Bigley te zijn. Hij smeekt premier Tony Blair zijn leven te redden. Ook doken beelden op van de onthoofding van een andere gijzelaar, waarschijnlijk de Amerikaan Jack Hensley, die vorige week samen met Bigley en een andere Amerikaan, Eugene Armstrong, werd ontvoerd.
„Ik denk dat dit misschien mijn laatste kans is”, verklaart de man op de eerstgenoemde opname. De beelden zijn van slechte kwaliteit. „Help me alsjeblieft mijn vrouw en mijn zoon en moeder weer te zien. Ik wil niet dood. Ik verdien het niet.” Hij roept op om de vrouwelijke gevangenen in Iraakse gevangenissen vrij te laten, wat de eis is van de gijzelnemers van de 62-jarige Bigley en zijn Amerikaanse collega’s. De man op de beelden draagt een oranje overall, een kledingstuk dat andere gijzelaars droegen die vermoord zijn. Achter hem hangt een vlag van de terreurorganisatie al-Tawhid wa al-Jihad, die zich verantwoordelijk heeft gesteld voor de gijzelactie.
Eerder deze week was op internet de onthoofding van Armstrong te zien. Zijn lichaam en dat van Hensley zijn gevonden. De beelden van de onthoofding van vermoedelijk Hensley die woensdag verschenen, volgen hetzelfde patroon als die van de moord op Armstrong. De gijzelaar zit voor vijf gemaskerde mannen. Nadat een van hen een verklaring heeft voorgelezen volgen de bloedige beelden. Het hoofd van het slachtoffer wordt na te zijn afgesneden weer op zijn lichaam gezet.
De Britse regering zei op de hoogte te zijn van de beelden en die te onderzoeken. Minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw had eerder woensdag aangegeven dat er weinig hoop is voor Bigley. Hij benadrukte dat de regering onmogelijk kan ingaan op de eis van de gijzelnemers. Volgens het Amerikaanse leger zitten er behalve twee naaste medewerksters van Saddam Hussein geen vrouwen in gevangenissen in Irak. De bewering woensdag van de Iraakse minister van Justitie dat een van die twee vrouwen zou worden vrijgelaten, werd later door de Amerikaanse ambassade en de Iraakse premier Ayad Allawi ontkracht.
Intussen lijken ook de twee Italiaanse hulpverleensters die in Irak werden ontvoerd om het leven te zijn gebracht. Dat stelt een groep islamitische extremisten in Irak in een boodschap die afgelopen nacht op internet verscheen.
De Italiaanse autoriteiten beschikken niet over informatie om de executie te kunnen bevestigen, meldde het Italiaanse persbureau Ansa vanmorgen.
De vrouwen, Simona Pari en Simona Torretta, werden op 7 september ontvoerd, samen met twee Iraakse collega’s van een hulporganisatie. De groep die beweert de vrouwen te hebben gedood, noemt zichzelf de Jihad Organisatie.
Een groep met een vrijwel gelijke naam, Islamitische Jihad Organisatie, stelde Italië vorige week zondag een ultimatum. Als de regering-Berlusconi niet binnen 24 uur zijn troepen uit Irak zou terugtrekken, zouden Pari en Torretta worden onthoofd.