Botsing Brussel en Ankara aan de vooravond van EU-rapportage
Het zag ernaar uit dat de Europese Commissie met een positieve aanbeveling zou komen over de start van de toetredingsonderhandelingen met Turkije, maar onduidelijkheid over de hervorming van het strafrecht in dat land zorgt voor complicaties. De irritaties tussen Brussel en Ankara nemen toe.
„De dingen zijn opeens een beetje minder zeker. Vergeleken met enkele weken geleden is de stemming toch wel wat gewijzigd”, valt te beluisteren in EU-kringen. Met spanning wordt uitgekeken naar de ontmoeting die premier Erdogan morgen waarschijnlijk heeft met commissaris Verheugen. Die behartigt binnen het tot 1 november fungerende team van voorzitter Prodi de zaken op het gebied van de uitbreiding van de Unie.
Op 6 oktober publiceert de Commissie de zogenaamde voortgangsrapportage. Daarin beoordeelt zij of Turkije, dat sinds 1999 de status van kandidaat-lidstaat bezit, voldoet aan de criteria van Kopenhagen. Dat zijn de eisen die het thans 25 landen omvattende blok stelt aan alle aspirant-leden. Ze hebben betrekking op aspecten zoals democratie, rechtsstaat, mensenrechten en markteconomie. Heeft de grootmacht aan de Bosporus in de voorbije jaren voldoende hervormingen verwezenlijkt? luidt kortweg de vraag.
Het antwoord daarop van Verheugen en zijn medebestuurders zal een belangrijke rol spelen bij het beraad van de regeringsleiders. Die moeten op hun top van 17 december beslissen of, en zo ja wanneer het officiële voorbereidende overleg voor het beoogde lidmaatschap begint. Die besprekingen met de autoriteiten van de betrokken natie zijn erop gericht de gemeenschappelijke regelgeving in te voeren, wat dient te gebeuren alvorens de aansluiting plaatsvindt.
Vorige week ontstond er in de EU plotseling beroering over een discussie in het Turkse kabinet en parlement om overspel ook in de toekomst als strafbaar feit aan te merken. Onenigheid op dat punt resulteerde in het opschorten van de afhandeling van het nieuwe wetboek van strafrecht. De stemming over de 346 artikelen die dat document bevat was bijna voltooid toen het hele pakket voorlopig in de ijskast werd gezet. De volksvertegenwoordigers keren pas op 1 oktober terug van reces en alleen met behulp van een versnelde procedure zou het mogelijk zijn vóór 6 oktober helderheid te verschaffen over de afloop van dit dispuut.
Verheugen, die er naar zijn zeggen niet over piekert de presentatie van het verslag uit te stellen, trok in de voorbije dagen stap voor stap de teugels strakker aan. Eerst uitte hij zijn bezorgdheid over de jongste ontwikkelingen, later riep hij de Turkse ambassadeur bij de EU bij zich om uitleg te vragen en vervolgens klonk er in ondubbelzinnige bewoordingen een waarschuwing aan het adres van Ankara. „Als dit centrale element van het hervormingsbeleid -en dat is het herziene wetboek van strafrecht- niet wordt aangenomen, kunnen de onderhandelingen niet aanvangen”, liet hij maandag via zijn woordvoerder klip en klaar weten. Ofwel: dan zal het advies van de Commissie zeker geen onvoorwaardelijk ja zijn.
Op zijn beurt heeft Erdogan weer boos gereageerd op wat hij ervaart als een onterechte inmenging in interne aangelegenheden. „We onderschrijven de criteria, maar laten we tegelijk één ding vaststellen: Wij nemen zelf onze beslissingen”, verklaarde hij.
Inmiddels heeft ook minister Bot van Buitenlandse Zaken in de hoedanigheid van huidig EU-voorzitter de Turken de wacht aangezegd. Hij deed dat woensdagnacht tijdens een gesprek met zijn ambtgenoot Gül in de marge van de Algemene Vergadering van de VN in New York. „Turkije heeft tot nu toe een heel goede etappe gefietst, maar dreigt op de laatste 100 meter in de hekken te rijden”, aldus Bot. Hij benadrukte dat het land duidelijk zal moeten maken of het zijn eigen weg wenst te gaan of daadwerkelijk met Europa mee wil. „Het is kiezen of delen.”
Erdogan en zijn collega-bewindslieden zien zich geconfronteerd met aan de ene kant de druk vanuit de EU en aan de andere kant de verlangens van de conservatieve islamitische politici in eigen gelederen. De kabinetsleden bieden geen zekerheid over hun intenties met het voorstel over juridische vervolging bij huwelijksontrouw. Dit laatste wordt door het verenigd Europa beschouwd als een ongeoorloofde inbreuk op het privé-leven van de burger in een beschaafde samenleving.
„We hechten belang aan de toelating tot de EU, dat weet iedereen, maar het is niet het enige onderwerp op de Turkse agenda. We maken een gebalanceerde afweging. De tijd zal leren welke richting het op gaat”, was het enige wat minister van Justitie Cicek eerder deze week meedeelde.
Donderdag komt Erdogan naar Brussel. Hij brengt daar een al lang geleden afgesproken bezoek aan het Europees Parlement. In de huidige situatie van een groeiend ongenoegen over en weer lijkt het nuttig dat hij ook even met Verheugen praat.
Volgens Turkse media zal hij de commissaris ervan proberen te overtuigen dat een eventueel strafrechtelijke bepaling ten aanzien van overspel in de praktijk een zeer beperkt toepassingsgebied heeft en de individuele vrijheden niet aantast. Hij beroept zich op de statistieken. In 2003 gaf de rechter in zijn land bij slechts 64 van de 70.000 echtscheidingen die hij behandelde overspel als oorzaak van het einde van het huwelijk aan. Voorts wil de premier begrip vragen voor de religieuze gevoeligheden, met als redenering daarbij dat als de EU terughoudendheid betracht in deze kwestie, zij aantoont de moslimwaarden te respecteren.
Geen onbelemmerd groen licht van de Commissie op 6 oktober zou pijnlijk zijn voor de Turken, maar behoeft overigens niet te betekenen dat de toetredingsonderhandelingen voorlopig uit beeld verdwijnen. In de periode tot half december kunnen zij immers de modernisering van het 78 jaar oude wetboek, met daarbij onder andere aanpassingen om martelingen uit te bannen en vrouwen en minderheidsgroeperingen meer rechten te geven, alsnog tot stand brengen.
Als het overleg eenmaal start, is Turkije er trouwens ook nog lang niet. De onderhandelingen zullen vele jaren in beslag nemen. De Franse minister van Europese Zaken, Haignere, voorspelde dinsdag dat er „een erg lange, moeilijke en complexe weg” in het verschiet ligt. De feitelijke toetreding laat naar verwachting zeker tot 2015 op zich wachten.