Europese ministers voorzichtig over toerisme
Europeanen zullen voorlopig nog niet als vanouds door Europa naar een vakantiebestemming kunnen reizen. Wel kunnen landen onderling afspraken maken over reisverkeer als de epidemiologische fase in hun land vergelijkbaar is, eventueel via „luchtcorridors”.
Die boodschap gaf Gari Cappelli, minister van Toerisme van tijdelijk EU-voorzitter Kroatië, woensdag af na overleg met zijn Europese collega’s. Het is volgens hem logisch dat sommige landen die zwaarder zijn getroffen door het coronavirus voorzichtig zijn met het openen van hun grenzen. „We willen geen onnodige risico’s nemen, we moeten de wereld tonen dat we verantwoordelijk zijn.”
De Europese Commissie zei vorige week ook al dat vrij reizen door Europa vooralsnog niet realistisch is, en opperde dat landen en regio’s in vergelijkbare situaties een begin kunnen maken met het afbouwen van reisbeperkingen. Ze heeft veiligheidsprotocollen opgesteld voor veilig vervoer en de plek van bestemming.
Nederland nam niet op politiek niveau deel aan het video-overleg, maar sprak steun uit voor het gecoördineerd opheffen van grensbeperkingen zodra de gezondheidssituatie dat toelaat.
Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok sprak eerder op de dag in een ander overleg met ambtgenoten uit België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië, Polen, Denemarken en Zwitserland ook over het eventueel opheffen van reisrestricties op een verantwoorde manier. „We zijn er nog niet; het is echter belangrijk dit in samenspraak te doen”, liet hij weten. De Duitse minister Heiko Maas sprak de hoop uit dat er na 14 juni meer mogelijk is, maar waarschuwde dat landen niet moeten proberen elkaar af te troeven.