Dat heeft de Libanese minister van Defensie, Mahmoud Hammoud, dinsdag in Beiroet gezegd na besprekingen met de Libanese legertop en een Syrische militaire delegatie. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties eist van Syrië dat het zijn troepen volledig uit Libanon terugtrekt.

De troepen worden teruggetrokken in de Bekaa-vallei, dichter bij de Syrische grens. Door zijn troepen weg te halen uit Beiroet, hoopt Syrië het steeds luidere verzet in en buiten Libanon tegen zijn militaire aanwezigheid te sussen. VN-secretaris-generaal Kofi Annan moet over twee weken aan de Veiligheidsraad verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging van de resolutie.

Syrië heeft 20.000 militairen in Libanon. Het waren er ooit 35.000. De troepen moesten in 1976 een einde helpen maken aan de burgeroorlog, die toen net een jaar oud was. De oorlog eindigde in 1990, maar de Syriërs zijn gebleven. De troepenverplaatsing betreft slechts 3000 militairen.

De christelijke oppositie in Libanon wil dat alle Syrische militairen vertrekken. Hun aanwezigheid zou overbodig zijn geworden doordat Israël zijn achttien jaar durende bezetting van Zuid-Libanon in 2000 opgaf. De door de islamitische meerderheid gesteunde regering zegt echter dat de Syriërs moeten blijven totdat er een algehele Arabisch-Israëlische vredesregeling is gesloten.

De Syrische minister van Informatie, Ahmad al-Hassan, zegt dat Syrië met de hergroepering van zijn troepen niet buigt voor druk van buitenaf. „Dit is een op zichzelf staande actie in het kader van de overeenkomst tussen de twee landen die bepaalt wat zij moeten doen”, zei hij in Damascus. Ook de Libanese president Emile Lahoud zegt dat het een zaak is tussen Syrië en Libanon. In een gesprek met een Syrische militaire delegatie onder leiding van minister van Defensie generaal Hassan Turkmani prees Lahoud de rol van Syrië bij het bewaren van de „eenheid en territoriale integriteit van Libanon en de wederopbouw van de Libanese staatsinstellingen.”

De Veiligheidsraad eiste ook presidentsverkiezingen in Libanon. Het Libanese parlement bevestigde daarop zijn loyaliteit aan Damascus door een grondwetswijziging aan te nemen waardoor de pro-Syrische president Lahoud kon aanblijven.